Prijsvorming

Prijsvorming

Als een opdrachtgever een werk heeft voorbereid (tekeningen en bestek) zal hij het daadwerkelijke bouwen van de constructie overlaten aan een aannemer. Voordat hij hiertoe opdracht geeft zal hij eerst een prijs moeten overeenkomen. Hiervoor zijn diverse mogelijkheden, die hierna worden uiteengezet.

Opdrachtverwerving met aanbesteding: Aanbestedingsreglement Werken 2005 (ARW 2005)

Als een opdrachtgever besluit om meer dan één bouwbedrijf op hetzelfde ogenblik op basis van dezelfde gegevens een prijs te laten indienen, is er sprake van een aanbesteding. Bij een aanbesteding waaraan twee o meer bouwbedrijven meedoen, is er daarom in principe altijd sprake van concurrentie tussen deze bouwbedrijven. We onderscheiden verschillende vormen van aanbestedingen. Onderscheid wordt gemaakt tussen een aanbesteding met of zonder selectie. Een aanbesteding moet volgens bepaalde regels staan vermeld in het Aanbestedingsreglement Werken 2005.

Het ARW 2005 regelt:

  • de aanbesteding van werken die Europees moeten worden aanbesteed omdat de geschatte waarde hoger is dan 5.2 miljoen;
  • de aanbesteding van werken die nationaal mogen worden aanbesteed omdat de geschatte waarde lager is dan het drempelbedrag van 5.2 miljoen.

Het ARW 2005 bestaat daartoe uit twee delen. Een deel dat de Europese procedures regelt en een deel voor de nationale procedures.

Het ARW 2005 kent maar liefst zeventien verschillende aanbestedingsprocedures: acht Europese en negen nationale.

De Europese aanbestedingen worden hier niet behandeld.

Van de negen nationale aanbestedingsprocedures behandelen we de volgende:

  • de openbare aanbesteding;
  • de niet-openbare aanbesteding met voorafgaande selectie;
  • de onderhandse procedure (onderhandse aanbesteding).

Transparantie
Grondbeginsel van de Nederlandse aanbestedingsregelgeving is dat de aanbesteding van een opdracht op volledig transparante wijze moet verlopen. Dat betekent dat het verloop van de procedure duidelijk moet zijn. Heel belangrijk is verder dat:

  • van tevoren duidelijk is aan welke eisen een bedrijf moet voldoen om te kunnen meedingen (uitsluitingsgronden);
  • voor de inschrijving helder is op basis van welk gunningscriteria wordt bepaald wat voor de aanbesteder de beste aanbieding is.

Uitsluitingsgronden

Het ARW 2005 maakt het een aanbesteder mogelijk om bedrijven die eerder steken hebben laten vallen, te weren van deelneming aan een aanbesteding. Daartoe kent het reglement aan zestal uitsluitingsgronden. Zij houde kort gezegd in dat een ondernemer:

  • niet failliet mag zijn, in staat van liquidatie of in surseance van betaling mag verkeren;
  • het faillissement of liquidatie is aangevraagd of een procedure van surseance van betaling aanhangig is gemaakt;
  • niet door de rechter mag zijn veroordeeld wegens een delict dat in strijd is met zijn beroepsgedragsregels;
  • geen ernstige fout mag hebben begaan in de uitoefening van zijn beroep;
  • zijn premies van de sociale zekerheid heeft betaald;
  • zijn belastingen heeft betaald.

Er is nog een zevende uitsluitingsgrond: als de ondernemer zich in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan het verstrekken van valst verklaringen bij aanbestedingsprocedures.

Geschiktheidseisen

De aanbesteder wil uiteraard dat de opdracht wordt uitgevoerd door een bedrijf dat beschikt over een zodanige financiële draagkracht en technische capaciteiten dat de opdracht daadwerkelijk tot een goed einde zal worden gebracht.

Met behulp van geschiktheidseisen geeft de aanbesteder aan welke eigenschappen hij van deelnemende bedrijven verlangt.

De geschiktheidseisen hebben dus betrekking op de aanbieder. Dat in tegenstelling tot de hierna nog te bespreken gunningscriteria die betrekking hebben op de aanbieding.

Het ARW 2005 bepaalt dat geschiktheidseisen moeten liggen in de sfeer van de financiële draagkracht en de technische capaciteiten.

Gunningscriteria

Nadat de termijn voor het indienen van de inschrijvingen is gesloten, worden de inschrijvingen door de aanbesteder beoordeeld op basis van het tevoren bekend gemaakte gunningscriterium. Dat criterium bepaalt wat de beste aanbieding is.

Waar geschiktheidseisen betrekking hebben op de aanbieder, hebben gunningscriteria dus betrekking op de aanbieding.

Het ARW 2005 kent twee gunningscriteria:

  • de laagste prijs;
  • de economisch meest voordelige inschrijving.

De volgorde waarin de uitsluitingsgronden, de geschiktheidseisen en de gunningscriteria in een aanbestedingsprocedure aan bod komen hangt af van de gekozen aanbestedingsvorm.

We staan stil bij drie nationale aanbestedingsvormen:

  • de openbare procedure;
  • de niet-openbare procedure;
  • de onderhandse procedure.

Niet-openbare procedue (aanbesteding met voorafgaande selectie)

Bij de niet-openbare procedure worden de bedrijven die zich na een aankondiging als gegadigde hebben gemeld, getoetst op basis van de uitsluitingsgronden en de geschiktheidseisen. De gegadigden die niet worden uigesloten en die voldoen aan de geschiktheidseisen worden daarna uitgenodigd tot het doen van een inschrijving Nadat de inschrijvingen zijn gedaan, wordt aan de hand van het gunningscriteria bepaald welke inschrijver de beste aanbieding heeft gedaan.

Kern van de niet-openbare procedure is dus dat alleen die bedrijven inschrijven, waarvan tevoren de geschiktheid is vastgesteld.

Openbare procedure (openbare aanbesteding)

Wanneer de openbare procedure wordt gevolgd, is de volgorde net andersom. Dat komt omdat dan elk bedrijf meteen kan inschrijven. Wanneer die inschrijvingen zijn gedaan, beoordeelt de aanbesteder aan de hand van de gunningscriterium welk bedrijf de beste aanbieding heeft gedaan.

Pas daarna wordt met betrekking tot dat bedrijf nagegaan of daarop geen uitsluitingsgrond van toepassing is en of het voldoet aan de geschiktheidseisen.

Blijkt het bedrijf met de beste aanbieding niet op die punten te voldoen, dan stapt de aanbesteder naar het bedrijf met de op een na beste inschrijving en bekijkt dat bedrijf tegen de achtergrond van uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen. De aanbesteder kan op deze manier net zo lang doorgaan totdat hij een inschrijver heeft die aan alle voorwaarden voldoet.

Onderhandse procedure

Bij toepassing van de onderhandse procedure is de zaak eenvoudiger, omdat aan die procedure alleen bedrijven kunnen deelnemen die daartoe door de aanbesteder zijn uitgenodigd.

De vereenvoudiging bestaat hierin dat geschiktheidseisen hier geen rol spelen, omdat de uitgenodigde bedrijven geacht worden geschikt te zijn. Hier wordt dus alleen getoetst aan de uitsluitingsgronden en aan het gestelde gunningscriterium.

Wat betreft dat gunningscriterium is nog van belang dat het ARW 2005 bij de onderhandse procedure niet langer het door eerdere reglementen gehanteerde vage criterium kent van ‘de meest aannemelijke aanbieding’.

Ook bij de onderhandse heeft de aanbesteder nu de keuze uit de laagste prijs of de economisch meest voordelige inschrijving.

De openbare en de niet-openbare procedure beginnen met een door de aanbesteder te maken aankondiging van de aanbesteding.

De aankondiging wordt geplaatst op het internet (www.aanbestedingskalender.nl) in de Staatscourant of in een landelijk vakblad, zoals de Cobouw.

Inlichtingen

Niet zelden heeft een gegadigde vragen naar aanleiding van het bestek en de bijbehorende stukken. Het ARW 2005 voorziet in de mogelijkheid van een zogenaamde inlichtingenbijeenkomst waar een toekomstige inschrijver zijn vragen kan stellen.

Inschrijving

Een inschrijving moet worden gedaan met gebruikmaking van een inschrijvingsbiljet. Elke variant moet op een afzonderlijk inschrijvingsbiljet worden ingediend.

Het ARW 2005 schrijft voor dat bij de inschrijving gevoegd moet zijn de verklaring van de bestuurder van de inschrijver.

Die verklaring houdt in de mededeling van de leiding van het inschrijvende bedrijf dat ter zake van deze inschrijving niet in strijd met het mededingingrecht is gehandeld.

Heel algemeen bepaalt het ARW 2005 dat een inschrijving ongeldig is als:

  • die niet voldoet aan de eisen, die zijn gesteld in het ARW 2005, de aankondiging, het selectiedocument, de uitnodiging tot inschrijving, het bestek of de nota van inlichtingen;
  • de inschrijving niet op tijd is ingediend;
  • de verklaring van de bestuurder conform model K bij het ARW 2005 ontbreekt.

Omdat er geen aanbestedingsbijeenkomst verplicht is, is er in het ARW 2005 ook niets bepaald over het door de aanbesteder voorlezen van de inschrijvingssommen. Die verplichting is er dan ook niet.

Op het procesverbaal van aanbesteding noteert de aanbieder daarin de inschrijvingssommen, maar alleen indien die bedragen tijdens de aanbesteding bekend zijn gemaakt.

Opdrachtverwerving zonder aanbesteding

Rechtstreekse opdracht

Bij een aanbesteding is altijd sprake van concurrentie tussen de bouwbedrijven. Dit ligt bij de rechtstreekse opdrachtverlening anders. De rechtstreekse opdrachtverlening vindt plaats tussen een opdrachtgever en een bouwbedrijf, meestal zijn vaste bouwer. Er is dan ook altijd sprake van een goede vertrouwensrelatie tussen opdrachtgever en bouwer. Het bouwbedrijf dat in deze positie verkeert, moet zorgen dat het ook zo blijft. Het vertrouwen van de opdrachtgever mag dan ook niet worden beschaamd.

Een rechtstreekse opdracht is meestal het gevolg van een tevreden opdrachtgever bij een project wat in concurrentie is aangenomen of bijwerk bij een bestaande opdracht. Bij de rechtstreekse opdrachtverlening kunnen twee verschillende vormen worden onderscheiden, namelijk 1 op 1 verkeer met een vaste aanneemsom en het werken in regie waarbij de totale aanneemsom vooraf niet bekend is.

1 op 1 verkeer

Bij het 1 op 1 verkeer nodigt de opdrachtgever een bouwbedrijf uit om een prijs uit te rekenen voor een bouwwerk op basis van een bestek met daarbij behorende tekeningen. Dit zal meestal de vaste bouwer zijn. Het bouwbedrijf is dan het enige bedrijf dat het werk uitrekent en een prijs van de opdrachtgever indient. In dit geval is er dus geen sprake van directe concurrentie tussen twee of meer bouwbedrijven. Veel van deze opdrachten komen voort uit meerwerk van werken die via een normale aanbesteding zijn aangenomen. Als er overeenstemming over de aanneemsom komt tussen de opdrachtgever en het bouwbedrijf, dan zal de opdrachtgever het werk opdragen.

De scoringskans is hier 1:1 en dus is een prijsaanbieding altijd succesvol. In verhouding worden hierdoor bij 1 op 1 verkeer de minste calculatiekosten gemaakt. Het is echter meestal niet eenvoudig om als bouwbedrijf voor een dergelijke opdracht in aanmerking te komen.

Werken in regie

Bij het werken in regie kan in de prijsvormingfase geen totale aanneemsom worden bepaald. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij ingewikkelde werken waarbij van tevoren nog niet kan worden vastgesteld wat en hoe er precies moet gaan worden gebouwd. Voorbeelden hiervan zijn een renovatiewerk en de markt van onderhoud en herstel. Bij renovatie is vooraf vaak moeilijk te bepalen welke delen wel of niet moeten worden vervangen. Dit blijkt pas vaak tijdens de uitvoering van het werk. Ook kan het zijn dat de opdrachtgever geen tijd heeft om een bestek en tekeningen te maken. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij stormschade die snel hersteld moet worden.

Toch worden er bij het werken in regie wel degelijk prijsafspraken gemaakt, zoals bijvoorbeeld:

  • de hoogte van het te berekenen uurloon;
  • eenheidsprijzen van bepaalde materialen of elementen zoals bijvoorbeeld de levering van dakplaten, dakpannen of rioolbuizen;
  • hoe de bouwplaatskosten worden doorberekend, bijvoorbeeld door middel van een percentage of een bedrag per week of maand;
  • op welke wijze verwerkte materialen waarvoor geen eenheidsprijzen zijn opgegeven, worden doorberekend;
  • de hoogte van het percentage algemene kosten en van het percentage winst dat mag worden berekend.

Bij het werken in regie is het voor het bouwbedrijf zaak om precies bij te houden wat er op de bouwplaats wordt gedaan. Alle uitgevoerde werkzaamheden worden door de opdrachtgever betaald. Een bouwbedrijf loopt dan ook heel weinig financiële risico’s over een werk dat in regie wordt uitgevoerd.

Bouwteam

Een bouwbedrijf kan ook worden gevraagd om zitting te nemen in een bouwteam. Bij de hiervoor behandelde vormen van opdrachtverwerving kwam het bouwbedrijf pas in de prijsvormingsfase in beeld. Bij een bouwteam ligt dit anders. Hier wordt het bouwbedrijf op basis van zijn uitvoeringskennis gevraagd om al in de ontwerpfase mee te denken over de te kiezen bouwmethode, eventuele alternatieven en de kostprijs van het werk. Voor het bouwbedrijf is het heel interessant om in een bouwteam plaats te nemen. De kans dat het bouwbedrijf het werk mag uitvoeren als het werk doorgaat, is natuurlijk heel groot. Een opdrachtgever zal nooit een bouwteam vormen met een bouwbedrijf waar hij slechte ervaringen mee heeft. Dit geeft al aan dat opdrachtgever en bouwbedrijf bekenden van elkaar zijn. Het bouwbedrijf moet zich tijdig melden of presenteren bij de opdrachtgever als deze plannen heeft in de vorm van een bouwteam. Daarmee kan worden voorkomen dat een ander bouwbedrijf hem voor is geweest.

Het werken in een bouwteam kost een bouwbedrijf veel tijd. Veel meer tijd dan alleen het uitrekenen van een werk bij een aanbesteding. De tijd voor het meedenken en medeontwerpen in een bouwteam kost ook geld. Hiervoor krijgt het bouwbedrijf in de ontwerpfase weliswaar een vergoeding van de opdrachtgever maar deze is zelden kostendekkend. Hier staat wel tegenover dat het bouwbedrijf bijna zeker is van de uitvoering van het werk. In de uitvoeringsfase van het werk moeten alle eerder gemaakte kosten uiteindelijk worden terugverdiend. Het werken in een bouwteam is gunstig ten aanzien van Arbo aspecten, die hierbij al in een vroeg stadium kunnen worden betrokken.

Turnkey-opdracht

Er is sprake van een turnkey-project als de opdrachtgever het gehele bouwproces van ontwerp tot aan het ‘sleutelklaar’ opleveren opdraagt aan één partij, meestal een aannemer die de benodigde kennis in huis heeft. De opdrachtgever selecteert een aannemer of projectontwikkelaar waarmee hij het project wil realiseren. Aan de hand van een Programma van Eisen en randvoorwaarden en afhankelijk van de wensen van de opdrachtgever, dient de aannemer of projectontwikkelaar een voorlopig plan en een prijsopgave in.

Hierin kunnen de volgende kosten opgenomen zijn:

  • ontwerp- en engineeringkosten;
  • kosten van bouwgrond;
  • financieringskosten;
  • kosten voor projectbegeleiding;
  • bouwkosten;
  • overige kosten, zoals vergunningen, leges en relame.

Een belangrijk voordeel voor de opdrachtgever is dat het gehele bouwproces, zowel wat betreft kennis als capaciteit, door één partij gemobiliseerd wordt.

Een kenmerk van turnkey-projecten is dat er over het algemeen door de opdrachtgever geen toezicht tijdens de uitvoering wordt gehouden. Het werk worden namelijk ‘sleutelklaar’ opgeleverd. Bij woningbouwprojecten is het zelfs vaak niet toegestaan dat de koper van het huis tijdens de uitvoering de bouwplaats betreedt.

Design & Build

Het komt voor dat het bouwbedrijf niet alleen een prijsaanbieding doet voor de uitvoering van het werk, maar dat tevens een aanbieding wordt gemaakt voor het maken van een ontwerp. In dit geval zal het bouwbedrijf het eigen gemaakte ontwerp uit kunnen voeren. “Design & Build” opdrachten kunnen enkelvoudig worden verkregen. Gebruikelijk is echter dat er meerdere bedrijven in concurrentie een aanbieding doen. Uiteraard is de laagste prijs hierbij niet alleen bepalend. Factoren die de opdrachtgever ook in overweging neemt bij het vaststellen van de beste aanbieding zijn de geschiktheid van het ontwerp, de kwaliteit, de onderhoudskosten en de bouwtijd. Een andere benaming voor een dergelijke werkwijze is “Design & Construct”. Bij de uitvoering wordt over het algemeen normaal toezicht gehouden door de opdrachtgever. Bij bouwkundige werken komt deze aanbiedingsvorm (nog) niet veel voor. Met name bij grote civieltechnische werken wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van deze contractvorm.

Productontwikkeling

Als een bouwbedrijf aan productontwikkeling doet, draait zij in feite de volgorde van vraag en aanbod om. Er wordt niet afgewacht tot een potentiële opdrachtgever vraagt een werk uit te voeren: er wordt een product aangeboden. Bij dergelijke producten gaat het meestal om een standaardisatie van een product, maar ook komt het voor dat bouwbedrijven innoverend bezig zijn met materiaalkeuze en toepassingen. Voorbeelden van zo’n product zijn landbouwbruggen, mestsilo’s, kunstgrasvelden, prefab-garages, etc.

Projectontwikkeling

Er is sprake van projectontwikkeling als de initiatiefnemer (een projectontwikkelaar) voor eigen rekening en risico een project realiseert, van het eerste initiatief tot aan de verkoop aan derden. Dit betekent voor de projectontwikkelaar dat hij financieel risico draagt tijdens het gehele proces. In de praktijk is een belangrijke voorwaarde voor projectontwikkeling het beschikbaar hebben van bouwgronden.

Copyright: Bouwkundige keuring Amsterdam