Arbeidsomstandigheden
Hieronder kunnen worden vertaan de aspecten Arbo, Milieu en Kwalliteit. Het begrip kwaliteit is al een aantal keren genoemd, maar ook Arbo- en milieu-aspecten behoren bij de totstandkoming van leveringen en contracten een rol te spelen. Als ondernemer hebt u de verantwoordelijkheid om:
- De arbeid onder goede arbeidsomstandigheden te laten plaatsvinden;
- De materialen op milieuvriendelijkheid te toetsen;
- De onderaannemers rekening met Arbo- en milieu-eisen te laten houden;
- Het materiaal op Arbo- en mileu-eisen te toetsen.
Bij het afsluiten van overeenkomsten dient de ondernemer dus na te gaan aan welke eisen voldaan moet worden. Als het goed is, heeft het zorgsysteem daarvoor de nodige standaard voorwaarden opgenomen. Dit betekent dus bij het aanvragen van offertes reeds aangeven van leveranciers en onderaannemers/verhuurders van materieel wat er van hen verwacht wordt met betrekking tot Arbo-, milieu- en kwaliteitseisen.
De kosten van Arbo, milieu en kwaliteit komen integral in de kostprijs tot uitdrukking. Er zijn bijvoorbeeld meer kosten te verwachten omdat de uitvoerder meer aandacht en dus meer tijd moet geven aan het uitvoeren van het werk volgens de regels die uit Arbo, milieu en kwaliteit voortvloeien. Anderszijds moet het terugverdieneffect ook meegenomen worden. Er zullen minder fouten gemaakt wroden en/of minder extra kosten bij het aanbieden van containers omdat de afvalstoffen gescheiden zijn. Ook hier geldt dat zoveel mogeliljk kosten zichtbaar moeten worden om de beheersbaarheid van alle kosten (soorten) mogelijk te maken .
Betrokken partijen
In de Arbeidsomstandighedenwet (ARBO-wet) staan de verplichtingen, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van werknemers en werkgevers op het gebied van de arbeidsomstandigheden beschreven.
De aard van de verplichtingen van de Arbo-wet zijn vooral organisatorisch en procedureel. De Arbo-wet is een zogenaamde ‘raamwet’. Dat betekent dat de Arbo-wet een ‘kapstok’ is waaraan de overige regelgeving is opgehangen. De Arbo-wet legt procedures vast die betrokken partijen en acht moeten nemen.
Deze partijen zijn:
- Werkgevers;
- Werknemers;
- Ondernemingsraden;
- Arbo-diensten;
De Arbo-wet leg took de procedures voor de bouw-CAO’s vast. De inhoudelijke eisen voor de arbeidsomstandigheden zijn opgenomen in het Arbobesluit en nader uitgewerkt in beleidsregels. Het uitwerken van bepaalde beleidsregels doet de Arbeidsinspectie in de AI-bladen of op verzoek van de sociale partners in de bouwnijverheid door de Stichting Arbouw in de A-bladen. De Arbo-wet heeft ten doel de veiligheid van de werknemers zoveel mogelijk te bevorderen. Uitgangspunt is daarbij dat de zorg voor de veiligheid, gezondheid en welzijn een gezamenlijke verantwoordelijkheid van werknemers en werkgevers is.
Arbeidsomstandigedenbesluit
Het arbeidsomstandighedenbesluit is een nadere uitwerking van de Arbo-wet. Zo is in het Arbo-besluit afdeling 5 Bouwplaatsen de verantwoordelijkheid van de verschillende partijen in het bouwproces vastgelegd.
Werknemers in de bouw hebben een grotere kans op ongevallen dan de werknemers in andere bedrijfstakken. Door goede informative en cursussen zijn de werknemers in de bouw er van doordrongen dat zijzelf een bijdrage kunnen leveren in het terugdringen van het aantal arbeidsongevallen. Bij de uitvoering van de bouw moeten goede onderlinge afspraken worden gemaakt. Voor de bouwplaats moet vaak een veiligheids- en gezondheidsplan worden opgesteld (V&G-plan) en moeten er veiligheidscoordinaten worden aangesteld.
Bouwplaatsen Arbobesluit
het Bouwplaatsen Arbobesluit is gebaseerd op drie pijlers:
1. Verplicht aanstellen van coordinaten;
2. Melding van het bouwwerk/bouwplaats bij de Arbeidsinspectie;
3. Het Veiligheids- en Gezondheidsplan (V&G-plan).
Het Bouwplaatssen Arbobesluit is erop gericht een goede samenwerking tussen de betrokken partijen tot stand te brengen. Door de coordinatie van de zorg voor de arbeidsomstandighedn zal het werken in de bouw veiliger en gezonder worden.
Voordat met een bouwproject wordt begonnen, moeten de betrokkenen beslissen hoe zij willen samenwerken. Dit kan mmers van project tot project verschillen. In de huidige bouwpraktijd komen de volgende samenwerkingsvormen voor:
– het traditionele model;
– het turnkey-model;
– het bouwteam-model;
– projectontwikkeling.
De gekozen organisatievorm heeft gevolgen voor het al of niet betrokken zijn van uitvoerende partijen in de ontwerpfase. Bij het traditionele model ligt er een duidelijke scheidslijn tussen de ontwerpfase en de itvoeringsfase: het bouwbedrijf heeft geen invloed op het ontwerp. Wordt echter samengewerkt volgens het bouwteam-model, dan heeft het bouwbedrijf wel invloed op het ontwerp. Ook bij de andere organisatievormen (turnkey-model en projectontwikkeling) is de uitvoeringsdeskundigheid gewoonlijk reeds in de ontwerpfase aanwezig.
In de praktijk kan, als het bouwbedrijf al in de ontwerpfase meedenkt, in een voeg stadium rekening worden gehouden met de specifieke arbeidsomstandigheden in de uitvoeringsfase. Dit kan voordelen hebben bij het voldoen aan bepaalde verplichtingen, bijvoorbeeld bij de opzet en invulling van het Veiligheids- en Gezondheidsplan.
Het Bouwplaatsen Arbobesluit onderkent de consequenties die de keuzen in de ontwerpfase hebben voor de arbeidsomstaigheden in de uitvoeringsfase. Het Bouwplaatsen Arbobesluit bevat daarom verplichtingen voor zowel de ontwerp- als de uitvoeringsfase. Het Bouwplaatsen Arbobesluit geeft verplichtingen voor de opdrachtgever, de ontwerpende partij, de uitvoerende partij, de coordinaten en de werkgever(s).
Ieder bouwwerk begint met de beslissing van een opdachtgever tot bouwen. Daarom legt het Bouwplaatsen Arbobesluit (artikel 2.31) de opdrachtgever een aantal verplichtingen op, te weten:
– in bepaalde gevallen moet een kennisgeving worden gestuurd aan I-SZW, Dienst voor Inspectie en Informatie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (inde volksmond genoemd de Arbeidsinspecite(s);
bij het ontwerpen van een bouwwerk moeten door de opdrachtgever en de ontwerpers de algemene preventieprincipes inzake veiligheid, gezondheid en welzijn, zoals omschreven in de Arbowet, worden nagegeleefd (artikel 2.32);
- Een coordinator voor veiligheid en gezondheid voor de ontwerpfase moet worden aangesteld indien op de bouwplaats meerdere onderneming werkzaam zullen zijn;
- In bepaalde gevallen moet door de coordinator ontwerpfase een Veiligheids- en Gezondheidsplan worden opgesteld;
- Er moet een dossier worden opgesteld (informatiebron met bijvoorbeelt bestek en (revisie)tekeningen, onderhoudsvoorschriften en dergelijke;
- In geval van nevenaanneming bij de uitvoering van het bouwproject moet worden bepaald welke partij het beleid rond de arbeidsomstandigheden coordineert;
- In een overeenkomst met de uitvoerende partij moet worden vastgelegd dat een coordinator voor de uitvoeringsfase zal worden aangesteld;
- Als een Veiligheids- en Gezondheidsplan is vereist, moet dit deel uitmaken van het bestek.
De opdrachtgever kan de taken die samenhangen met zijn verplichtingen opdragen aan een van de ontwerpende partijen. De opdrachtgever kan zijn verantwoordelijkheid echter niet overdragen. Het Veiligheids- en Gezondheidsplan spelt een prominente rol in het Bouwplaatsen Arbobesluit. Het is bedoeld om het bouwproces op het punt van veiligheid en gezondheid te coordineren. Het maken van een Veiligheids- en Gezondheidsplan is verplicht als:
– het werk risicovol is, zoals bepaald in het Bouwplaatsen Arbobesluit;
– een kennisgeving verplicht is (zie ‘schematisch overzicht verplichtingen’).
De coordinator voor de ontwerpfase (artikel 2.30 Arbobesluit) geeft een eerste aanzet tot een Veiligheids en Gezondheidsplan. De basisversie van dit plan bevat de risico-inventarisatie en –evaluatie van het ontwerp.
Naarmate meer uitvoeringstechnische expertise aan het ontwerp wordt toegevoegd, zoals bijvoorbeeld in een bouwteam- of een turnkey-project, kunnen tijdens de ontwerpfase als afgesproken Arbomaatregelen en –voorzieningen in het Veiligheids- en Gezondheidsplan worden opgenomen. Zo niet, dan volgt nadere invulling in de uitvoeringsfase. Als het werk wordt aanesteed, maar het plan deel uit van het bestek. Op basis daarvan moet de uitvoerende partij het plan uitvoeren, al naargelang de omstandigheden verder invullen en zonodig uitbreiden.
Zodra de opdrachtgever het (eerste deel van het werk) werk aan de uitvoerende partij)en) heeft gegund, gat volgens het Bouwplaatsen Arbobesluit de ontwerpfase over in de uitvoeringsfase. De opdrachtgever heeft dan inmiddels ook een partij aangewezen die de arbeidsomstandigheden in de uivoeringsfase coordineert. Deze partij is vervolgens wettelijk verplicht (artikel 2.3 Arbobesluit) een coordinator aan te wijzen en is er verantwoordelijk voor dat de coordinator zijn taken ook kan uitvoeren.
De coordinator voor de uitvoeringsfase kan een uitvoerder of andere deskundige zijn in dienst van de verantwoordelijke aannemer. Het is echter ook mogelijk dat de coordinator in de ontwerpfase en de coordinator in de uitvoeringsfase een rechtspersoon is. Dit is bijvoorbeeld het geval als gebruik wordt gemaakt van een gecertificeerde Arbodienst of een bouwmanagementbureau. Het Bouwplaatsen Arbobesluit (artikel 2.34) kent de coordinator in de uitvoeringsfase de volgende taken toe:
- Het coordineren van de inzet van de werkgevers en zelfstandig wrkende, zodat deze de genomen maatregelen en getrofen voorzieningen op een samenhangende manier toepassen en gebruiken;
- Het organiseren en coordineren van de samenwerking tussen de op de bouwplaats aanwezige werkgevers en de daarna volgende werkgevers e nook de ventueel op de bouwplaats aanwezige zelfstandig werkenden in de samenwerking betrekken;
- Het geven van aanwijzingen als werkgevers of zelfstandig werkenden naar zijn oordeel in onvoldoende mate of verkeerd uitvoering geven aan een samenhangende toepassing van hun verplichtingen zoals deze warden opgenomen in het Veiligheids- en Gezondheidsplan;
- Het treffen van de nodige maateregelen zodat alleen bevoegde personen de bouwplaats kunnen betreden;
- Ervoor zorgen dat in het Veiligheids- en Gezondheidsplan de benodigde gegevens staan vermeld;
- Het aanpassen van het Veiligheids- en Gezondheidsplan en het dossier als de voortgang van het bouwwerk of Onderdelen daarvan aanleiding daartoe geven.
Kort samengevat komt de hoofdtaak van de coordinator erop neer ervoor te zorgen dan de integratie van de verschillende bedrijfsrisico-inventarisaties en –evaluaties in het Veiligheids- en Gezondheidsplan tot stand komt, zodat efficient op de bouwplaats kan worden samengewerkt.
Werkgevers blijven op grond van de Arbowet de eerstverantwoordelijken voor de arbeidsomstandigheden van hun werknemers. Het Bouwplaatsen Arbobesluit doet aan dat principe geen afbreuk. Wel zijn werkgevers en/of zelfstandigen verplicht samen te werken om ervoor te zorgen dat het Arbobeleid op de bouwplaats goed gestalte krijgt.
Werkgevers moeten het volgende naleven:
– de Arbowet verplicht werkgevers tot het maken van een risico-inventarisatie en
-evaluatie. Indien binnen een bedrijf de omstandigheden zich wijzigen, moet deze worden
aangepast. Deze risico-inventarisatie en –evaluatie moet door een gecertificeerde Arbodienst
worden goedgekeurd. Vanaf 1 januari 1998 dient ieder te beschikken over een getoetste
risicoinventarisatie en –evaluatie;
- aangezien bouwbedrijven hun arbeidsomstandighedenbeleid toepassen op de bouwplaats, is het belangrijk dat dit interne Arbobeleid aansluit bij wat op de bouwplaats en in het bijzonder in het kader van het Veiligheids- en Gezondheidsplan wordt geeist;
- zij moeten medewerking verlenen aan de uitvoering van het Veiligheids- en Gezondheidsplan;
- zij moeten rekening houden met aanwijzingen van de coordinator uitvoeringsfase.
De maatregelen waartoe werkgevers verplicht op grond van het Bouwplaatsen Arbobesluit, hebben in het bijzonder betrekkng op (artikel 2.38 Arbobesluit):
- het in goede orde en met voldoende bescherming van de veiligheid en gezondheid van de
werknemers in stand houden van de bouwplaats; - de veilige situering van de verschillende werkplekken op de bouwplaats. Hierbij moet rekening worden gehouden met de toegangsmogelijkheden tot die bouwplaats en de vaststelling van de verplaatsingsroutes of –zones, dan wel verkeersroutes of –zones;
- het interne transport van de verschillende materialen op de bouwplaats zelf;
- de controle op in bedrijfsstelling, onderhoud en periodieke controle van installaties en toestellen, om mogelijke gebreken die de veiligheid en gezondheid van werknemers in gevaar kunnen brengen te voorkomen;
- de afbakening en inrichting van zones voor definitieve opslag en tussenopslag van verschillende materialen en stiffen;
- de voorzieningen voor de verwijdering van gebruikte gevaarlijke materialen;
- de opslag en de verwijdering of afvoer van afval en puin;
- de aanpassing van de daadwerkelijke duur van de uit te voeren werkzaamheden, afhankelijk van de voortgang van het bouwwerk;
- de samenwerking met andere werkgevers en zelfstandig werkenden op de bouwplaats;
- de wisselwerking met exploitatiewerkzaamheden op of in de nabijheid van de bouwplaats.
Zelfstandigen hebben dezelfde verplichtingen als werkgever. Bijzondere aandacht heeft daarbij arbeidsmiddelen en specifieke werkzamheden en persoonlijke beschemingsmiddelen, veiligheid- en gezondheidssignalering en herkeuring van het Arbobesluit.
De voorschriften in deze hoofdstukken komen er in hoofdzaak op neer dat zelfstandigen verplicht zijn hun gereedschap in goede conditie te houden en op de juiste wijze te gebruiken. Als daartoe aanleiding is moeten ook persoonlijke beschermingsmiddelen als mondkapjes en helmen worden gebruikt. Bovendien moeten zelfstandigen zich houden aan de afspraken in het Veiligheids- en Gezondheidsplan en de aanwiijzingen van de coordinator. Datzelfde geld took voor eventuele derden die de bouwplaats betreden zoals inspecteurs van de Arbeidsinspectie of ambtenaren van Bouw- en Woningtoezicht. De werkgevers van deze derden zijn hiervoor verantwoordelijk.
Copyright: Bouwkundige keuring Amsterdam