Voorbehandeling 2

Reinheid
NEN-EN-ISO 8501-1 onderscheidt ook verschillende reinheidsgraden, die zowel de reinigingsmethode als de mate van reinheid aangeven.
De reinigingsmethode wordt met twee letters aangeduid:
St – met de hand of machinaal reinigen (handontroesten);
Sa – reinigen door middel van stralen;
FI – Vlamreinigen;
Be – beitsen.

De mate van reiniheid wordt aangegeven met een cijfer varierend tussen 1 (laagste) en 3 (hoogste kwaliteit). Het vaststellen van de reinheidsgraad vindt plaats aan de hand van foto’s en de bijbehorende tekst in NEN-EN-ISO 8501-1. Voor nieuwe constructies wordt meestal reinheidsgraad Sa 2,5 voorgeschreven: ” Het staal zeer grondig reinigen door stralen. Het oppervlak dient vrij te zijn van zichtbare olie, vet en vuil, alsmede van walshuid, roest, verflagen en vreemde materialen. Eventueel nog aanwezige spore van verontreinigingen mogen slechts als licht verkleuringen in de vorm van vlekken op strepen zichtbaar zijn”.
In uitzonderlijke situaties wanneer er na de montage niet meer mag worden gestraald, bijvoorbeeld bij het reinigen van montagelassen, kan worden volstaan met kwalilteit St 2: ” Het zorgvuldig verwijderen van loszittende huid, roest en vreemde bestanddelen met behulp van staalborstels, schuren, enz. Het oppervlak moet dan een zwakke metaalglans vertonen”.

Ruwheid
De ruwheid van het greinigde oppervlak is om twee redenen van belang:
– het bepaalt voor een groot deel de hechtin van de aan te brengen coating;
– het beinvloedt het verfverbruik: hoe ruwer het oppervlak des te meer verf nodig is om de oneffenheden op te vullen.

Bij nieuwe constructies wordt meestal als compromis een gemiddelde ruwheid (afstand top-dal van het ruwheidsprofiel) van zo’n 0.06 mm gehanteerd, met een minimum van 0,03 mm en een maximum van 0,1 mm. De ruwheid van het oppervlak hangt vooral af van de grootte en de vorm van de gebruikte straalkorrels, de gebruikte straalmethode, de straaldruk en de oppervlaktegesteldheid van het staal.

Copyright: Bouwkundige keuring Utrecht