Administratieve bepalingen

Administratieve bepalingen

Uniforme Administratieve Voorwaarden (U.A.V. 1989)
De Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 zijn tot stand gekomen in het zogenaamde Breed Overleg, waarin vele bij de bouw betrokken partijen en consumentenorganisaties deelnamen. De basisverhoudingen tussen de partijen zijn gebaseerd op:

  • erkenning van elkaars deskundigheid;
  • eigen verantwoordelijkheid;
  • redelijkheid in de verhouding tussen de partijen

Hiertoe zijn de zogenaamde verplichtingen en aansprakelijkheden van de partijen beschreven en vastgelegd. Hieronder volgt een beknopte opsomming van deze verplichtingen en verantwoordelijkheden.

De opdrachtgever

  • zorgt voor ontheffingen en vergunningen, bijvoorbeeld de bouwvergunning;
  • zorgt dat het werkkterrein beschikbaar is;
  • zorgt voor de benodigde werk- en detailtekeningen en andere gegevens;
  • is verantwoordelijk voor de door hem voorgeschreven constructies, ter beschikking gestelde bouwstoffen, e.d.;
  • moet tijdig aan zijn betalingsverplichting voldoen (binnen 30 dagen);
  • moet in het bestek de aard en omvang van eventuele verontreinigingen melden.

De aannemer moet

  • het werk volgens tekeningen en bepalingen uitvoeren;
  • het benodigde materiaal leveren;
  • het benodigde materieel ter beschikking stellen;
  • precario en aansluitkosten voor hulpleidingen e.d. Betalen;
  • zich aan de in het bestek voorgeschreven termijn, waarbinnen het werk moet worden opgeleverd, te houden;
  • geen nodeloos hinder veroorzaken;
  • voor orde en veiligheid op het werk zorgen;
  • tijdens de uitvoering aanwezig zijn (of een gevolmachtigde);
  • goedkeuring aan de directie vragen voor het inschakelen van onderaannemers;
  • verantwoording dragen voor de ingeschakelde onderaannemers;
  • de directie waarschuwen als constructie, bouwstoffen enz. fouten of gebreken vertonen.

Daarnaast is in de UAV onder meer beschreven op welke wijze de betalingen dienen plaats te vinden en hoe meer- en minderwerk moet worden verrekend. De betaling van het werk geschiedt binnen vier weken nadat een vierwekelijkse termijn is veervallen of het werk is opgenomen en goedgekeurd.

Mocht tijdens de uitvoering er een geschil ontstaan tussen de aannemer en de opdrachtgever over de werkwijze, kwaliteit of dergelijke, dan is in de UAV een geschillenregeling opgenomen, waarbij de Raad voor Arbitrage een bindende uitspraak zal doen.

De UAV maakt deel uit van de bestekken voor alle bouwkundige en civieltechnische werken die worden uitgevoerd in opdracht van de rijksoverheid. De UAV is echter zo geschreven, dat deze ook zonder wijziging of aanpassing van toepassing kan worden verklaars in ieder bestek voor een particulier werk. Van de mogelijkheid om de UAV in niet-overheidsbestekken van kracht te verklaren, wordt bijzondere veel gebruik gemaakt.

Algemene Voorwaarde (AVA 1992)
Voor kleine bouwwerken en werken zonder directie is de UAV te onoverzichtelijk en gaat dikwijls veel te ver. In die gevallen zijn de Algemene Voorwaarden voor Aannemingen in het bouwbedrijf 1992 (AVA 1992) veel beter beschikt. De AVA 1992 is bedoeld voor werken waarbij namens de opdrachtgever geen directie wordt gevoerd. Dit ongeacht in welke sector van het uitvoerend bouwbedrijf deze werken zich voordoen. De aannemer voegt de AVA vaak bij zijn offerte. De AVA wordt meestal voorgeschreven door de hoofdaannemer voor de onderaannemers.

De AVA 1992 wordt gesplitst in twee delen:

  • Aannemen van werk tegen een vooraf overeengekomen vaste prijs;
  • Aannemen van werk in regie.

De AVA bevat een evenwichtige standaardregeling van administratieve voorwaarden en regelt, evenals de UVA, de rechten, plichten en verantwoordelijkheden van opdrachtgever en aannemer. Uit het oogpunt van standaardisatie is de volgorde van de behandelde onderwerpen aangepast aan de UAV 1989.

Copyright: Bouwkundige keuring Amsterdam

Prijsvorming

Prijsvorming

Als een opdrachtgever een werk heeft voorbereid (tekeningen en bestek) zal hij het daadwerkelijke bouwen van de constructie overlaten aan een aannemer. Voordat hij hiertoe opdracht geeft zal hij eerst een prijs moeten overeenkomen. Hiervoor zijn diverse mogelijkheden, die hierna worden uiteengezet.

Opdrachtverwerving met aanbesteding: Aanbestedingsreglement Werken 2005 (ARW 2005)

Als een opdrachtgever besluit om meer dan één bouwbedrijf op hetzelfde ogenblik op basis van dezelfde gegevens een prijs te laten indienen, is er sprake van een aanbesteding. Bij een aanbesteding waaraan twee o meer bouwbedrijven meedoen, is er daarom in principe altijd sprake van concurrentie tussen deze bouwbedrijven. We onderscheiden verschillende vormen van aanbestedingen. Onderscheid wordt gemaakt tussen een aanbesteding met of zonder selectie. Een aanbesteding moet volgens bepaalde regels staan vermeld in het Aanbestedingsreglement Werken 2005.

Het ARW 2005 regelt:

  • de aanbesteding van werken die Europees moeten worden aanbesteed omdat de geschatte waarde hoger is dan 5.2 miljoen;
  • de aanbesteding van werken die nationaal mogen worden aanbesteed omdat de geschatte waarde lager is dan het drempelbedrag van 5.2 miljoen.

Het ARW 2005 bestaat daartoe uit twee delen. Een deel dat de Europese procedures regelt en een deel voor de nationale procedures.

Het ARW 2005 kent maar liefst zeventien verschillende aanbestedingsprocedures: acht Europese en negen nationale.

De Europese aanbestedingen worden hier niet behandeld.

Van de negen nationale aanbestedingsprocedures behandelen we de volgende:

  • de openbare aanbesteding;
  • de niet-openbare aanbesteding met voorafgaande selectie;
  • de onderhandse procedure (onderhandse aanbesteding).

Transparantie
Grondbeginsel van de Nederlandse aanbestedingsregelgeving is dat de aanbesteding van een opdracht op volledig transparante wijze moet verlopen. Dat betekent dat het verloop van de procedure duidelijk moet zijn. Heel belangrijk is verder dat:

  • van tevoren duidelijk is aan welke eisen een bedrijf moet voldoen om te kunnen meedingen (uitsluitingsgronden);
  • voor de inschrijving helder is op basis van welk gunningscriteria wordt bepaald wat voor de aanbesteder de beste aanbieding is.

Uitsluitingsgronden

Het ARW 2005 maakt het een aanbesteder mogelijk om bedrijven die eerder steken hebben laten vallen, te weren van deelneming aan een aanbesteding. Daartoe kent het reglement aan zestal uitsluitingsgronden. Zij houde kort gezegd in dat een ondernemer:

  • niet failliet mag zijn, in staat van liquidatie of in surseance van betaling mag verkeren;
  • het faillissement of liquidatie is aangevraagd of een procedure van surseance van betaling aanhangig is gemaakt;
  • niet door de rechter mag zijn veroordeeld wegens een delict dat in strijd is met zijn beroepsgedragsregels;
  • geen ernstige fout mag hebben begaan in de uitoefening van zijn beroep;
  • zijn premies van de sociale zekerheid heeft betaald;
  • zijn belastingen heeft betaald.

Er is nog een zevende uitsluitingsgrond: als de ondernemer zich in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan het verstrekken van valst verklaringen bij aanbestedingsprocedures.

Geschiktheidseisen

De aanbesteder wil uiteraard dat de opdracht wordt uitgevoerd door een bedrijf dat beschikt over een zodanige financiële draagkracht en technische capaciteiten dat de opdracht daadwerkelijk tot een goed einde zal worden gebracht.

Met behulp van geschiktheidseisen geeft de aanbesteder aan welke eigenschappen hij van deelnemende bedrijven verlangt.

De geschiktheidseisen hebben dus betrekking op de aanbieder. Dat in tegenstelling tot de hierna nog te bespreken gunningscriteria die betrekking hebben op de aanbieding.

Het ARW 2005 bepaalt dat geschiktheidseisen moeten liggen in de sfeer van de financiële draagkracht en de technische capaciteiten.

Gunningscriteria

Nadat de termijn voor het indienen van de inschrijvingen is gesloten, worden de inschrijvingen door de aanbesteder beoordeeld op basis van het tevoren bekend gemaakte gunningscriterium. Dat criterium bepaalt wat de beste aanbieding is.

Waar geschiktheidseisen betrekking hebben op de aanbieder, hebben gunningscriteria dus betrekking op de aanbieding.

Het ARW 2005 kent twee gunningscriteria:

  • de laagste prijs;
  • de economisch meest voordelige inschrijving.

De volgorde waarin de uitsluitingsgronden, de geschiktheidseisen en de gunningscriteria in een aanbestedingsprocedure aan bod komen hangt af van de gekozen aanbestedingsvorm.

We staan stil bij drie nationale aanbestedingsvormen:

  • de openbare procedure;
  • de niet-openbare procedure;
  • de onderhandse procedure.

Niet-openbare procedue (aanbesteding met voorafgaande selectie)

Bij de niet-openbare procedure worden de bedrijven die zich na een aankondiging als gegadigde hebben gemeld, getoetst op basis van de uitsluitingsgronden en de geschiktheidseisen. De gegadigden die niet worden uigesloten en die voldoen aan de geschiktheidseisen worden daarna uitgenodigd tot het doen van een inschrijving Nadat de inschrijvingen zijn gedaan, wordt aan de hand van het gunningscriteria bepaald welke inschrijver de beste aanbieding heeft gedaan.

Kern van de niet-openbare procedure is dus dat alleen die bedrijven inschrijven, waarvan tevoren de geschiktheid is vastgesteld.

Openbare procedure (openbare aanbesteding)

Wanneer de openbare procedure wordt gevolgd, is de volgorde net andersom. Dat komt omdat dan elk bedrijf meteen kan inschrijven. Wanneer die inschrijvingen zijn gedaan, beoordeelt de aanbesteder aan de hand van de gunningscriterium welk bedrijf de beste aanbieding heeft gedaan.

Pas daarna wordt met betrekking tot dat bedrijf nagegaan of daarop geen uitsluitingsgrond van toepassing is en of het voldoet aan de geschiktheidseisen.

Blijkt het bedrijf met de beste aanbieding niet op die punten te voldoen, dan stapt de aanbesteder naar het bedrijf met de op een na beste inschrijving en bekijkt dat bedrijf tegen de achtergrond van uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen. De aanbesteder kan op deze manier net zo lang doorgaan totdat hij een inschrijver heeft die aan alle voorwaarden voldoet.

Onderhandse procedure

Bij toepassing van de onderhandse procedure is de zaak eenvoudiger, omdat aan die procedure alleen bedrijven kunnen deelnemen die daartoe door de aanbesteder zijn uitgenodigd.

De vereenvoudiging bestaat hierin dat geschiktheidseisen hier geen rol spelen, omdat de uitgenodigde bedrijven geacht worden geschikt te zijn. Hier wordt dus alleen getoetst aan de uitsluitingsgronden en aan het gestelde gunningscriterium.

Wat betreft dat gunningscriterium is nog van belang dat het ARW 2005 bij de onderhandse procedure niet langer het door eerdere reglementen gehanteerde vage criterium kent van ‘de meest aannemelijke aanbieding’.

Ook bij de onderhandse heeft de aanbesteder nu de keuze uit de laagste prijs of de economisch meest voordelige inschrijving.

De openbare en de niet-openbare procedure beginnen met een door de aanbesteder te maken aankondiging van de aanbesteding.

De aankondiging wordt geplaatst op het internet (www.aanbestedingskalender.nl) in de Staatscourant of in een landelijk vakblad, zoals de Cobouw.

Inlichtingen

Niet zelden heeft een gegadigde vragen naar aanleiding van het bestek en de bijbehorende stukken. Het ARW 2005 voorziet in de mogelijkheid van een zogenaamde inlichtingenbijeenkomst waar een toekomstige inschrijver zijn vragen kan stellen.

Inschrijving

Een inschrijving moet worden gedaan met gebruikmaking van een inschrijvingsbiljet. Elke variant moet op een afzonderlijk inschrijvingsbiljet worden ingediend.

Het ARW 2005 schrijft voor dat bij de inschrijving gevoegd moet zijn de verklaring van de bestuurder van de inschrijver.

Die verklaring houdt in de mededeling van de leiding van het inschrijvende bedrijf dat ter zake van deze inschrijving niet in strijd met het mededingingrecht is gehandeld.

Heel algemeen bepaalt het ARW 2005 dat een inschrijving ongeldig is als:

  • die niet voldoet aan de eisen, die zijn gesteld in het ARW 2005, de aankondiging, het selectiedocument, de uitnodiging tot inschrijving, het bestek of de nota van inlichtingen;
  • de inschrijving niet op tijd is ingediend;
  • de verklaring van de bestuurder conform model K bij het ARW 2005 ontbreekt.

Omdat er geen aanbestedingsbijeenkomst verplicht is, is er in het ARW 2005 ook niets bepaald over het door de aanbesteder voorlezen van de inschrijvingssommen. Die verplichting is er dan ook niet.

Op het procesverbaal van aanbesteding noteert de aanbieder daarin de inschrijvingssommen, maar alleen indien die bedragen tijdens de aanbesteding bekend zijn gemaakt.

Opdrachtverwerving zonder aanbesteding

Rechtstreekse opdracht

Bij een aanbesteding is altijd sprake van concurrentie tussen de bouwbedrijven. Dit ligt bij de rechtstreekse opdrachtverlening anders. De rechtstreekse opdrachtverlening vindt plaats tussen een opdrachtgever en een bouwbedrijf, meestal zijn vaste bouwer. Er is dan ook altijd sprake van een goede vertrouwensrelatie tussen opdrachtgever en bouwer. Het bouwbedrijf dat in deze positie verkeert, moet zorgen dat het ook zo blijft. Het vertrouwen van de opdrachtgever mag dan ook niet worden beschaamd.

Een rechtstreekse opdracht is meestal het gevolg van een tevreden opdrachtgever bij een project wat in concurrentie is aangenomen of bijwerk bij een bestaande opdracht. Bij de rechtstreekse opdrachtverlening kunnen twee verschillende vormen worden onderscheiden, namelijk 1 op 1 verkeer met een vaste aanneemsom en het werken in regie waarbij de totale aanneemsom vooraf niet bekend is.

1 op 1 verkeer

Bij het 1 op 1 verkeer nodigt de opdrachtgever een bouwbedrijf uit om een prijs uit te rekenen voor een bouwwerk op basis van een bestek met daarbij behorende tekeningen. Dit zal meestal de vaste bouwer zijn. Het bouwbedrijf is dan het enige bedrijf dat het werk uitrekent en een prijs van de opdrachtgever indient. In dit geval is er dus geen sprake van directe concurrentie tussen twee of meer bouwbedrijven. Veel van deze opdrachten komen voort uit meerwerk van werken die via een normale aanbesteding zijn aangenomen. Als er overeenstemming over de aanneemsom komt tussen de opdrachtgever en het bouwbedrijf, dan zal de opdrachtgever het werk opdragen.

De scoringskans is hier 1:1 en dus is een prijsaanbieding altijd succesvol. In verhouding worden hierdoor bij 1 op 1 verkeer de minste calculatiekosten gemaakt. Het is echter meestal niet eenvoudig om als bouwbedrijf voor een dergelijke opdracht in aanmerking te komen.

Werken in regie

Bij het werken in regie kan in de prijsvormingfase geen totale aanneemsom worden bepaald. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij ingewikkelde werken waarbij van tevoren nog niet kan worden vastgesteld wat en hoe er precies moet gaan worden gebouwd. Voorbeelden hiervan zijn een renovatiewerk en de markt van onderhoud en herstel. Bij renovatie is vooraf vaak moeilijk te bepalen welke delen wel of niet moeten worden vervangen. Dit blijkt pas vaak tijdens de uitvoering van het werk. Ook kan het zijn dat de opdrachtgever geen tijd heeft om een bestek en tekeningen te maken. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij stormschade die snel hersteld moet worden.

Toch worden er bij het werken in regie wel degelijk prijsafspraken gemaakt, zoals bijvoorbeeld:

  • de hoogte van het te berekenen uurloon;
  • eenheidsprijzen van bepaalde materialen of elementen zoals bijvoorbeeld de levering van dakplaten, dakpannen of rioolbuizen;
  • hoe de bouwplaatskosten worden doorberekend, bijvoorbeeld door middel van een percentage of een bedrag per week of maand;
  • op welke wijze verwerkte materialen waarvoor geen eenheidsprijzen zijn opgegeven, worden doorberekend;
  • de hoogte van het percentage algemene kosten en van het percentage winst dat mag worden berekend.

Bij het werken in regie is het voor het bouwbedrijf zaak om precies bij te houden wat er op de bouwplaats wordt gedaan. Alle uitgevoerde werkzaamheden worden door de opdrachtgever betaald. Een bouwbedrijf loopt dan ook heel weinig financiële risico’s over een werk dat in regie wordt uitgevoerd.

Bouwteam

Een bouwbedrijf kan ook worden gevraagd om zitting te nemen in een bouwteam. Bij de hiervoor behandelde vormen van opdrachtverwerving kwam het bouwbedrijf pas in de prijsvormingsfase in beeld. Bij een bouwteam ligt dit anders. Hier wordt het bouwbedrijf op basis van zijn uitvoeringskennis gevraagd om al in de ontwerpfase mee te denken over de te kiezen bouwmethode, eventuele alternatieven en de kostprijs van het werk. Voor het bouwbedrijf is het heel interessant om in een bouwteam plaats te nemen. De kans dat het bouwbedrijf het werk mag uitvoeren als het werk doorgaat, is natuurlijk heel groot. Een opdrachtgever zal nooit een bouwteam vormen met een bouwbedrijf waar hij slechte ervaringen mee heeft. Dit geeft al aan dat opdrachtgever en bouwbedrijf bekenden van elkaar zijn. Het bouwbedrijf moet zich tijdig melden of presenteren bij de opdrachtgever als deze plannen heeft in de vorm van een bouwteam. Daarmee kan worden voorkomen dat een ander bouwbedrijf hem voor is geweest.

Het werken in een bouwteam kost een bouwbedrijf veel tijd. Veel meer tijd dan alleen het uitrekenen van een werk bij een aanbesteding. De tijd voor het meedenken en medeontwerpen in een bouwteam kost ook geld. Hiervoor krijgt het bouwbedrijf in de ontwerpfase weliswaar een vergoeding van de opdrachtgever maar deze is zelden kostendekkend. Hier staat wel tegenover dat het bouwbedrijf bijna zeker is van de uitvoering van het werk. In de uitvoeringsfase van het werk moeten alle eerder gemaakte kosten uiteindelijk worden terugverdiend. Het werken in een bouwteam is gunstig ten aanzien van Arbo aspecten, die hierbij al in een vroeg stadium kunnen worden betrokken.

Turnkey-opdracht

Er is sprake van een turnkey-project als de opdrachtgever het gehele bouwproces van ontwerp tot aan het ‘sleutelklaar’ opleveren opdraagt aan één partij, meestal een aannemer die de benodigde kennis in huis heeft. De opdrachtgever selecteert een aannemer of projectontwikkelaar waarmee hij het project wil realiseren. Aan de hand van een Programma van Eisen en randvoorwaarden en afhankelijk van de wensen van de opdrachtgever, dient de aannemer of projectontwikkelaar een voorlopig plan en een prijsopgave in.

Hierin kunnen de volgende kosten opgenomen zijn:

  • ontwerp- en engineeringkosten;
  • kosten van bouwgrond;
  • financieringskosten;
  • kosten voor projectbegeleiding;
  • bouwkosten;
  • overige kosten, zoals vergunningen, leges en relame.

Een belangrijk voordeel voor de opdrachtgever is dat het gehele bouwproces, zowel wat betreft kennis als capaciteit, door één partij gemobiliseerd wordt.

Een kenmerk van turnkey-projecten is dat er over het algemeen door de opdrachtgever geen toezicht tijdens de uitvoering wordt gehouden. Het werk worden namelijk ‘sleutelklaar’ opgeleverd. Bij woningbouwprojecten is het zelfs vaak niet toegestaan dat de koper van het huis tijdens de uitvoering de bouwplaats betreedt.

Design & Build

Het komt voor dat het bouwbedrijf niet alleen een prijsaanbieding doet voor de uitvoering van het werk, maar dat tevens een aanbieding wordt gemaakt voor het maken van een ontwerp. In dit geval zal het bouwbedrijf het eigen gemaakte ontwerp uit kunnen voeren. “Design & Build” opdrachten kunnen enkelvoudig worden verkregen. Gebruikelijk is echter dat er meerdere bedrijven in concurrentie een aanbieding doen. Uiteraard is de laagste prijs hierbij niet alleen bepalend. Factoren die de opdrachtgever ook in overweging neemt bij het vaststellen van de beste aanbieding zijn de geschiktheid van het ontwerp, de kwaliteit, de onderhoudskosten en de bouwtijd. Een andere benaming voor een dergelijke werkwijze is “Design & Construct”. Bij de uitvoering wordt over het algemeen normaal toezicht gehouden door de opdrachtgever. Bij bouwkundige werken komt deze aanbiedingsvorm (nog) niet veel voor. Met name bij grote civieltechnische werken wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van deze contractvorm.

Productontwikkeling

Als een bouwbedrijf aan productontwikkeling doet, draait zij in feite de volgorde van vraag en aanbod om. Er wordt niet afgewacht tot een potentiële opdrachtgever vraagt een werk uit te voeren: er wordt een product aangeboden. Bij dergelijke producten gaat het meestal om een standaardisatie van een product, maar ook komt het voor dat bouwbedrijven innoverend bezig zijn met materiaalkeuze en toepassingen. Voorbeelden van zo’n product zijn landbouwbruggen, mestsilo’s, kunstgrasvelden, prefab-garages, etc.

Projectontwikkeling

Er is sprake van projectontwikkeling als de initiatiefnemer (een projectontwikkelaar) voor eigen rekening en risico een project realiseert, van het eerste initiatief tot aan de verkoop aan derden. Dit betekent voor de projectontwikkelaar dat hij financieel risico draagt tijdens het gehele proces. In de praktijk is een belangrijke voorwaarde voor projectontwikkeling het beschikbaar hebben van bouwgronden.

Copyright: Bouwkundige keuring Amsterdam

Relatieschema

Relatieschema
In de verschillende bouwfasen kunnen verschillende partijen betrokken zijn. Dit is ook afhankelijk van welke aanbestedingsvorm of prijsvorming er plaats vindt. Indien bijvoorbeeld de prijsvorming plaatsvindt door een aanbesteding dan wordt de aannemer bij de bouw betrokken vanaf de prijsvormingsfase.

De aannemer kan ook eerder bij ontwikkeling van de bouw betrokken worden, bijvoorbeeld als de aannemer gevraagd wordt voor een bouwteam of wanneer de totale ontwikkeling opgedragen wordt aan de aannemer.

Dan spreken we van een geïntegreerde contractvorm, bijvoorbeeld turnkey, design en construct.

Copyright: Bouwkundige keuring Amsterdam

Participanten in het bouwproces

Participanten in het bouwproces

Participanten in het bouwproces zijn alle partijen die betrokken zijn bij het tot stand komen van het bouwwerk. Men spreekt ook wel van bouwpartners Afhankelijk van de grootte van het bouwwerk kunnen er meerdere partijen bij betrokken worden. Voor een kleine verbouwing kan de opdrachtgever zijn wensen kenbaar maken aaneen aannemer. De aannemer kan hiervan eventueel een tekening maken, een offerte maken en het werk uitvoeren.

In dit geval zijn er maar twee partijen bij betrokken. Naarmate het project groter wordt, zullen er meer partijen bij betrokken worden en zullen er meer specialistische functies nodig zijn.

De betrokken partijen kunnen we indelen in: overheid, adviseurs, opdrachtgever, aannemers onderaannemers en leveranciers.

De opdrachtgever

De opdrachtgever is de initiatiefnemer om het bouwwerk tot stand te brengen. De opdrachtgever wordt ook wel de principaal genoemd. Een opdrachtgever i juridisch gezien een natuurlijk persoon of een rechtspersoon. Een natuurlijk persoon is een particulier, een mens van vlees en bloed. Een rechtspersoon, bijvoorbeeld een vereniging, een stichting of een BV, wordt altijd vertegenwoordigt door een natuurlijk persoon.

We kennen verschillende soorten opdrachtgevers:

  • de particuliere opdrachtgever;
  • de overheid op landelijk niveau met bouwwerken voor verschillende departementen;
  • de provinciale overheid met o.a. Wegenaanleg en zuiveringsinstallaties;
  • de gemeentelijke overheid met o.a. De bouw van basisscholen en gemeentelijke voorzieningen;
  • bedrijven en instellingen;
  • beleggingsmaatschappijen zoals pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen;
  • woningbouwcorporaties;
  • projectontwikkelaars.

De overheid

We kennen de overheid als een van de grootste oprachtgevers in ons land. Daarnaast kennen we de overheid als regelgevende partij.

Tijdens het bouwproces kunnen we te maken krijgen met:

  • de landelijke overheid, door wetgeving als Wet Ruimtelijke Ordening, Woningwet, Milieuwet en Arbo-wet;
  • de provinciale overheid, met verordening op het gebied van landschap en milieu;
  • de gemeentelijke overheid, met de gemeentelijke bouwverordeningen.

De dienst bouw- en woningtoezicht van een gemeente heeft een controlerende taak ten aanzien van de landelijke, provinciale en gemeentelijke regels en verordeningen. Naast de regelgevende taak kennen we de overheid ook als subsidieverlener, zoat op deze manier bouwwerken tot stand kunnen worden gebracht.

De ‘nutsbedrijven’ zijn de bedrijven die ervoor zorgen dat een gebouw wordt aangesloten op het lichtnet, de waterleiding, gasleiding, telefoon en CAI. Hoewel deze bedrijven tegenwoordig steeds meer geprivatiseerd worden, worden ze toch door wetgeving van de overheid aangestuurd. Om een gebouw op het openbare net aangesloten te krijgen, moet het gebouw voldoen aan de regels die deze bedrijven stellen.

De architect

De taak van een architect is het ontwrpen van het gebouw en de opdrachtgever advies te geven op alle bouwkundige aspecten. Naast de bouwkundige kennis mag van een architect ook verwacht worden dat deze een goed estetisch gebouw kan ontwerpen.

De architect moet ook deskundig zijn op het gebied van de bouwkosten, daarom wordt van de architect verlangt dat deze van het schetsontwerp een kostenraming maakt. Tijdens de uitvoering van de bouw wordt de architect vaak ingeschakeld als vertegenwoordiger van de opdrachtgever. Dit noemen we het directie voereen op de bouwplaats. De directie houdt toezicht op het werk, organiseert de bouwvergaderingen en heeft vaak ook een coördinerende taak.

Aviseurs – constructeurs

De architect zal niet op alle bouwkundige onderdelen volledig advies kunnen geven. Zeker bij grotere werken worden diverse adviseurs en constructeurs ingeschakeld. Meestal werken we onder auspiciën van de architect, maar ze kunnen ook ingeschakeld worden door de aannemer.

Constructeurs worden vaak ingeschakeld op het gebied van sterkteberekeningen, zoals betin- en staalconstructies. Een constructeur die vaak ingeschakeld wordt door de aannemer is bijvoorbeeld de vloerenleverancier. Hij berekent de vloeren, fabriceert de vloeren en levert deze aan de aannemer.

Naast constructeurs, die eigenlijk ook advies geven, worden diverse adviseurs ingeschakeld bij het ontwerp van het gebouw.

Onderwerpen waarbij vaak adviseurs inschakeld worden zijn:

  • verwarming en klimaatbeheersing;
  • elektrotechnisch;
  • communicatie systeem;
  • transport;
  • civiele werken.

Deze adviseurs kunnen ingeschakeld worden via de diverse adviesbureaus, maar vaak wordt ook advies ingewonnen bij de specialistische bedrijven op bepaald gebied. Het specialistische bedrijf dat advies geeft aan de architect kan in het volgende stadium een nevenaannemer zijn.

De aannemer

De aannemer kan in verschillende fasen bij het bouwproces betrokken worden Bij prijsvorming door middel van een aanbesteding is de aannemer van de prijs- en contractvorminsfase bij het bouwproces betrokken. Bij een bouwteam of bij een turnkey opdracht is de aannemer vanaf de ontwerpfase bij het bouwproces betrokken. De aannemer begroot de kosten van een gebouw met behulp van bestek en bestektekeningen. Deze hoeveelheden vermenigvuldigt hij vervolgens met een prijs per eenheid. Daarna bepaalt hij de kosten van het verwerken: de loonkosten en de materiaalkosten. Voor een aantal onderdelen zal hij de prijs opvragen bij gespecialiseerde bedrijven. Daarnaast berekent de aannemer de bouwplaatskosten en de algemene kosten. Het totaalbedrag met winst en risico is de aanneemsom.

Het bouwbedrijf coördineert en organiseert de uitvoering van het bouwwerk. Men sluit contracten af met onderaannemers en leveranciers. Tijdens de uitvoering moet de aannemer over een groot organisatievermogen beschikken. Daarnaast is de aannemer voor een groot deel verantwoordelijk voor de naleving van de Arbeidsomstandighedenwet.

De aannemer kan ook zelf als opdrachtgever optreden wanneer het bouwbedrijf als projectontwikkelaar actief is. Het doel bij projectontwikkeling is om werk binnen te halen, uit te voeren en daarna met een winstmarge het gebouwde weer te verkopen.

De nevenaannemer

Tijdens de uitvoering van het bouwweerk kunnen meerdere aannemers op een bouwwerk actief zijn. Naast de bouwkundig aannemer kunnen er ook bedrijven zijn die delen van het bouwwerk hebben aangenomen van de opdrachtgever. Dit kan bijvoorbeeld de verwarmingsinstallatie, de liftinstallatie of de elektrotechnische installatie zijn. Bij civiele werken kunnen dit bijvoorbeeld zijn: de bestrating, doorpersingen onder wegen en grondwerken. Nevenaannemers zijn zelf verantwoordelijk voor de uitvoering van de werkzaamheden. De bouwkundig aannemer zal in de meeste gevallen de coördinatie van de verschillende werkzaamheden verzorgen.

De onderaannemer

De onderaannemer werkt in opdracht van de aannemer. De onderaannemer is meestal een gespecialiseerd bedrijf die werkzaamheden in een beroepsrichting uitvoert. Dit kan bijvoorbeeld zijn: heiwerk, stukadoorswerk, tegelwerk of schilderwerk. De aannemer kan het personeel inhuren voor bepaalde werkzaamheden, maar men kan ook een compleet bouwonderdeel uitvoeren. Bijvoorbeeld bij heiwerkzaamheden kan het heibedrijf worden voor de heipalen, de heistelling en het uitvoeren van het heiwerk. De aannemer kan ook zelf de heipalen inkopen en de werkzaamheden laten uitvoeren door het heibedrijf.

 

De aannemer is verantwoordelijk voor het werk van de onderaannemer. Ook is de aannemer verantwoordelijk voor de afdracht van de belastingen en premies voor de sociale verzekeringen van de onderaannemer. Dit wordt geregels in de Wet Ketenaansprakelijkheid.

In relatie tot de onderaannemer wordt de aannemer ook vaak de hoofdaannemer genoemd.

De leverancier

Voor het bouwen zijn verschillende bouwmaterialen nodig. Ook hier kennen we gespecialiseerde bedrijven of fabrieken die bepaalde bouwmaterialen of halfproducten leveren. Veel van deze halfproducten worden op bestelling voor een bepaald bouwwerk gemaakt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan kozijnen en vloeren. Hier wordt ook arbeid aan verricht. Toch spreken we hierbij niet van een onderaannemer maar van een leverancier.

Een onderaannemer verricht arbeid op de bouwplaats, een leverancier niet.

Ook worden met leveranciers wel contracten afgesloten voor de levering van de materialen. Dit kan een contract zijn voor een levering, maar men werkt ook met jaarcontraten waarbij kwantumkorting een belangrijke rol speelt.

Copyright: Bouwkundige keuring Amsterdam

Bouwproces

Het Bouwproces
Alle facetten die te maken hebben met het tot stand komen van een bouwwerk kun je samenvatten als het bouwproces. Het begint bij het eerste idee van een opdrachtgever tot en met de ingebruikname en exploitatie van het gebouw. Het bouwproces wordt verdeeld in een aantal bouwfasen. Deze bouwfasen kan men bekijken vanuit

de verschillende partijen. Een architect zal meer nadruk willen leggen op de verschillende fasen tijdens het ontwerpen, zoals het schetsontwerp, het definitief ontwerp en het maken van het bestel. Vanuit de aannemer bekeken kennen de de fasen volgens het volgende schema:

Initiatief – ontwerp – prijs en contractvorming – werkvoorbereiding – uitvoering – oplevering – beheer.

De initiatieffase
Het eerste initiatief om een bouwwerk op te richten ligt bij de opdrachtgever. Deze moet aangeven wat voor een soort gebouw gewenst is. De ideeën en uitgangspunten over het gebouw worden op schrift gesteld. Dit noemt met het Programma van Eisen.

De opdrachtgever gaat met zijn Programma van Eisen naar een architect, die met deze gegevens aan de slag gaat en hiervan een ontwerp voor het gebouw maakt.

De ontwerpfase
Het ontwerpen van een gebouw gebeurt meestal in twee fasen, te weten een voorlopig en een definitief ontwerp. De architect maakt eerst een voorlopig ontwerp, ook wel genoemd een schetsontwerp.

Bij het maken van het ontwerp moet de architect natuurlijk het programma van eisen als uitgangspunt nemen, maar de architect moet ook rekening houden met de wettelijke bepalingen. In deze fase moet eveneens onderzocht worden of het mogelijk is het gebouw zoals gewenst te realiseren. Men moet hierbij denken financiële, technische, juridische en stedenbouwkundige aspecten.

De belangrijkste wettelijke bepalingen zijn hierbij:
– De Wet ruiimtelijke ordening, die de bestemming van de grond regelt.
– De Woningwet, deze regelt o.a. De prestaties die aan een gebouw gesteld worden.
– De Arbo wet, deze wet regelt de arbeidsomstandigheden tijdens de uitvoering van een
bouwproject, maar ook dat het bouwwerk zo ontworpen wordt dat deze veilig onderhouden kan
worden en veilig gebruikt kan worden.

Na goedkeuring door de opdrachtgever zal men in veel gevallen het ontwerp ook voorleggen aan de welstandscommissie van de gemeente. De welstandscommissie heeft een advies aan de gemeente of het gebouw in de omgeving past. Door in een vroeg stadium a te overeleggen met de welstandscommissie kan de architect goed inspelen op de eisen van welstand. De architecht kan nu het definitieve ontwerp gaan maken. Met het definitieve ontwerp kan de bouwaanvraag worden ingediend Bij de definitieve ontwerptekening maakt de architect ook een kostenraming. Deze begroting noemen we ook wel een directiebegroting.

Voor de prijsopgave door een aannemer worden eerst een bestek en een bestektekening emaakt. Een bestektekening is een uitbreiing van de definitieve ontwerp tekening. Er komen een aantal prinipe details en een technisch blad bij. Op het technisch blad zijn o.a. De fundering de vloer en de kapconstructie verder uitgewerkt. In een bestek worden de voorwaarden die tijdens de uitvoering gelden en de toepassing van de materialen nauwkeuring omschreven.
Als een bestek en tekening zijn gemaakt, kan prijsvorming plaatsvinden en een contract worden afgesloten met een aannemer die het werk zal uitvoeren.

De prijs- en contractvorming
De prijsvorming kan op verschillende manieren plaatsvinden. Er kan een bouwbedrijf gevraagd worden voor een prijsopgave. Dit gebeurt vaak bij kleinere werken of wanneer men zeer vertrouwd is met een bepaald bouwbedrijf. Meestal wil de opdrachtgever toch een concurrerende prijs en wordt bij meerdere bedrijven een prijsopgevraagd. De prijsaanvraag kan men doen door de verschillende manieren van aanbesteding.

De begroting die het bouwbedrijf maakt is veel meer detailleerd dan de begroting van de architect. Deze begroting noemen we dan ook wel de detailbegroting. Met deze begroting schrijft het bouwbedrijf in. Daarom is het de inschrijfbegroting. Het totale bedrag waarvoor het bouwbedrijf inschrijft noemen we de aanneemsom. Indien we hier ook de BTW bijtellen, heet dit de aanbiedingsprijs.

De prijs wordt ingediend bij de opdrachtgever of de architect. Men vergelijkt de prijs van het bouwbedrijf met de directiebegroting. Hiermee wordt bekeken of het budget van de opdrachtgever toereikend is om het gebouw te realiseren. Eventueel kan er nog gekeken worden naar mogelijke bezuinigingen. Ook wordt nagegaan of het bouwbedrijf voldoet aan de eventuele eisen die aan het bedrijf gesteld zijn.

Om het voorgaan de kunnen controleren en eventuele financieringen rond te maken is een bepaald tijd nodig. De periode die daarvoor nodig is, wordt in het bestek aangeduid met de gestanddoening. Deze periode is meestal 30 dagen, maar kan ook langer of korter zijn. In de periode van gestanddoening mag het bouwbedrijf de prijs niet veranderen.

Het opdragen van het werk aan een bepaald bouwbedrijf noemen we het gunnen van het werk. Hiervoor wordt een contract opgesteld. Samen met het bestek en de tekeningen zijn dit de contractstukken.

De werkvoorbereidingsfase
Als een bouwbedrijf het werk gegund is, dan is hij eindelijk pas de aannemer van het werk. De werkvoorbereiding kan beginnen. De werkvoorbereiding speelt zich gedeeltelijk af voordat men daadwerkeijk met de uitvoering begint. Daarnaast zal een groot gedeelte van de werkvoorbereiding plaats vinden tijdens de uitvoering van het bouwwerk, steeds vooruitlopend op de werkzaamheden in de bouw.
Activiteiten die gedaan worden in de werkvoorbereiding zijn o.a.:

  • Het maken van een werkbegroting
    De werkbegroting is gebaseerd op de inschrijfbegroting, maar meestal nog gedetailleerder uitgewerkt. De werkbegroting is de basis voor de planningen en de kostenbewaking. Bovendien bepaalt men tijdens de werkvoorbereiding voor een deel welke onderdelen van het bouwwerk uitbesteedt worden of in eigen beheer worden uitgevoerd.
  • Het uitwerken van werktekeningen
    Deze werktekeningen worden vaak door het bouwbedrijf uitgewerkt. Het betreft over het algemeen onderdelen die de aannemer in prefab of gedeeltelijk in prefab uit wil voeren.
  • Het maken van planningenEerst wordt een overall tijschema gemaakt. Van hieruit worden secundaire planningen gemaakt, zoals materiaal planningen, werkregelingen en personeelsplanningen.
  • Inkopen van materiaalDe werkvoorbereider zorgt er in overleg met de uitvoerder voor dat de bouwmaterialen op de juiste tijd op de bouwplaats geleverd worden, hiervoor worden contracten afgesloten met leveranciers.
  • Vastleggen van contracten met eindaannemersHet bouwbedrijf zal niet alle werkzaamheden zelf uitvoeren. Voor een deel zullen de werkzaamheden uitgevoerd worden door gespecialiseerde bedrijven, in opdracht van en onder verantwoordelijkheid van de aannemer. Dit gespecialiseerde bedrijf noemen we een onderaannemer.
  • Het maken van een Arbo-plan voor de uitvoeringsfaseVoor grotere werken moet een veiligheid- en gezondheidsplan worden gemaakt. Hierin wordt omschreven hoe bepaalde werkzaamheden veiig kunnen worden uitgevoerd.

De uitvoeringsfase

In de uitvoeringsfase vindt de realisatie van het bouwwerk plaats. De coördinatie van het werk op de bouwplaats wordt gedaan door de uitvoerder. Bij grotere bouwwerken kan er een team gevormd worden die de leiding heeft op het bouwwerk. Het team bestaat dan meestal uit een projectleider, de uitvoerder en de werkvoorbereider. Zij vormen samen het bouwmanagement.

Tijdens de uitvoering kunnen er ook bedrijven op het werk aanwezig zijn die een deel van het werk uitvoeren in opdracht van de opdrachtgever. Wij noemen hen nevenaannemers. Voorbeelden van nevenaannemers zijn installatiebedrijven en afbouwbedrijven. Indien er nevenaannemers op een werk aanwezig zijn wordt de bouwkundige aannemer vaak aangeduid als hoofdaannemer. Deze coördineert meestal ook de werkzaamheden van de nevenaannemers.

Tijdens de uitvoering van de bouw heeft de architect een controlerende taak. De architect vertegenwoordigt dan de opdrachtgever op het werk. Dit noemt men de directievoering. Dit hoeft niet altijd door een architect gedaan te worden: men kan hiervoor ook een bureau inschakelen die de directie voert. De toezichthouder op het werk is dan de opzichter. Voor zowel de opdrachtgever als voor het bouwbedrijf is het belangrijk dat het werk volgens planning verloopt. De bouwtijd eindigt met de oplevering van het werk.

Fase oplevering, garantie en nazorg
Bij de oplevering vindt de formele overdracht plaats van het gebouw aan de opdrachtgever. Het bouwbedrijf moet bij de oplevering ook de gevraagde garantieverklaringen overleggen.
In een garantieverklaring moet duidelijk vermeld staan wie de garantie verleent en de garantieperiode voor het bouwdeel.

Bij de installaties horen de gebruiksaanwijzingen bijgeleverd te worden.

Men controleert of het gebouw aan de gestelde eisen voldoet en de geconstateerde gebreken verholpen zijn. De opdrachtgever verklaart schriftelijk akkoord te gaan met de oplevering.

In het bestek kan een onderhoudsperiode genoemd zijn. Deze periode is meestal 3 tot 6 maanden. Gebreken die in deze periode aan het licht komen, zijn voor rekening van de aannemer. Het gaat hier alleen om gebreken die men bij de oplevering niet heeft kunnen constateren, bijvoorbeeld het goed werken van de installaties. Na de oplevering en de eventuele onderhoudstermijn vindt de financiële afhandeling plaats.

Met nazorg wordt bedoeld dat de aannemer ook na oplevering contact houdt met de opdrachtgever en eventueel advies heeft bij het gebruikt van het gebouw. De aannemer moet zorgen voor een goede verstandhouding met de opdrachtgever. Dit is belangrijk voor eventuee vervolgopdrachten. Een goede mond tot mond recame geeft een goed imago aan het bedrijf.

De beheerfase

Na de oplevering kan het gebouw in gebruik genomen worden, men spreekt hierbij ook wel van de gebruiksfase. Het gebouw heeft echter wel het nodige onderhoud nodig. Daarom moet het gebouw ook beheerd worden. Voor het goed beheren zal men een onderhoudsplan moeten maken. Daarin staat aangegeven wanneer onderhoud en vervanging van bouwdelen zal moeten plaatsvinden. Bij een goed onderhoudsplan hoort ook een meerjarenplanning en een meerjaren begroting, zodat men ook geld reserveert om het gebouw in goede conditie te houden.

Copyright: Bouwkundige keuring Amsterdam