Keuringen van het gebruik bouwwerken

Keuringen van het gebruik bouwwerken door Bouwkundige keuring Amstelveen

Bepalingen met betrekking tot gebruik bouwwerken

Zonder gebruiksvergunning mogen sommige gebouwen uit brandveiligheidsoverwegingen niet worden geexploiteerd.

Stedenbouwkundige en welstandsvoorschriften

Stedenbouwkundige voorschriften hebben betrekking op de aan te houden maximale bouwhoogte en de gevelrooilijnen. Welstandsvoorschriften worden niet gecontroleerd door de ambtenaren van Bouw- en woningtoezicht, maar door onafhankelijke deskundigen die zitting hebben in de welstands- of schoonheidscommissie.

Keuringen van het gebruik bouwwerken: Bouwvergunning

Een vergunning is een officiële toestemming van de overheid aan een burger of bedrijf om iets te doen of te laten. Voor heel veel activiteiten is een vergunning nodig. Soms zijn voor één activiteit meerdere vergunningen nodig. De bouwvergunning is een van de belangrijkste vergunningen. In deze paragraaf wordt het proces van aanvraag tot het verlenen c.q. weigeren van de vergunning uiteengezet.

Volgens de Woningwet is het verboden te bouwen zonder bouwvergunning. Alleen voor zogenaamde vergunningsvrije bouwwerken, zoals kleine dakkapellen en schuttingen, is geen vergunning nodig. Een aanvraag voor het verkrijgen van een bouwvergunning moet worden ingediend bij het College van Burgemeester en Wethouders.

Keuringen van het gebruik bouwwerken : Aanvraag

Deze aanvraag wordt binnen twee weken na ontvangst door het college bekendgemaakt in een van gemeentewege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad.

In de Woningwet staat aan welke eisen een aanvraag voor een bouwvergunning minimaal moet voldoen. Het volledige overzicht van eisen die in een bepaalde gemeente aan de bouwaanvraag worden gesteld, zijn opgenomen in de gemeentelijke bouwverordening.

Copy right: Bouwkundige keuring Amstelveen

 

 

Modelbouwverordening 1992 en bouwkeuringen

Modelbouwverordening 1992 en bouwkeuringen door Bouwkundige keuring Amersfoort

Modelbouwverordening 1992

De Modelbouwverordening 1992 bestaat uit twaalf hoofdstukken en stelt algemene regels op. Hierna worden de belangrijkste bepalingen en voorschriften besproken volgens bouwkundige keuring

Gebruiksbepalingen

De gebruiksbepalingen verbieden onder andere dat gebouwen op een brandgevaarlijke manier worden gebruikt (met een apart vergunningstelsel voor bijeenkomstgebouwen, kamerverhuurbedrijven enzovoort). Gebouwen moeten volgens deze bepalingen aangesloten zijn op het openbare net van gas, water, elektriciteit en riolering. Verder bevatten deze bepalingen zaken van onder andere stedenbouwkundige aard, zoals erf- en terreinafscheidingen, rooilijnen en ruimte tussen bouwwerken. De stedenbouwkundige eisen uit de bouwverordening gelden niet voor zover een bestemmingsplan dat ter plaatse van kracht is voorschriften over dezelfde onderwerpen bevat.

Modelbouwverordening 1992 en bouwkeuringen:Administratieve bepalingen

In de administratieve bepalingen is opgenomen welke gegevens bij de aanvraag om bouwvergunning moeten worden ingediend. Dit zijn onder andere tekeningen, een situatieschets met kadastrale gegevens, foto’s van de omgeving, een onderzoeksrapport bodemverontreiniging, constructieve gegevens en kwaliteitsverklaringen van bouwdelen en materialen.

Modelbouwverordening 1992 en bouwkeuringen: Sloopvoorschriften

In de sloopvoorschriften zijn onder andere opgenomen de sloopvergunning, veiligheid op het sloopterrein en sloopafval. Een sloopvergunning is verplicht als de hoeveelheid puin meer bedraagt dan 10 m3 of als er asbesthoudende materialen of andere giftige stoffen vrijkomen. Bij asbestsanering moet worden aangegeven door wie en hoe het asbest wordt verwijderd en verwerkt. De aannemer is verplicht vrijkomend bouwafval bij de bron te scheiden.

Voorschriften om bouwen op verontreinigde grond tegen te gaan

In deze voorschriften worden regels gegeven voor het eventueel in te dienen bodemonderzoekrapport, Bij vrijwel alle bouwaanvragen moet op grond van de Woningwet 1991 een rapport over de bodemgesteldheid worden overlegd. Omdat er nog geen definitieve NEN-norm met eisen bestaat, maar alleen een NVN (Nederlandse voornorm), stelt de Modelbouwverordening 1992 vooroverleg met de gemeente over de deugdelijkheid van het in te dienen rapport verplicht.

Modelbouwverordening 1992 en bouwkeuringen: Gemeente

Bij Iichte bodemverontreiniging neemt de gemeente in de bouwvergunning saneringsvoorwaarden op. Bij zware bodemverontreiniging moet de bouwvergunning worden geweigerd. Bouwwerken kleiner dan 50 m2, bouwwerken die niet bestemd zijn voor het verblijf van mens en dier en tijdelijke bouwwerken kunnen worden vrijgesteld van het bodemonderzoekrapport. Het College van Burgemeester en Wethouders kan deze vrijstelling ook weigeren.

Copy right: Bouwkundige keuring Alkmaar

Belangrijke begrippen in Bouwbesluit 2003 en bouwkeuringen

Belangrijke begrippen in Bouwbesluit 2003 en bouwkeuringen

Belangrijke begrippen in Bouwbesluit 2003 door bouwkundige keuring Amsterdam

In het Bouwbesluit worden een aantal belangrijke begrippen genoemd.

Verblijfsruimte

Een verblijfsruimte is een besloten ruimte die bestemd is voor het verblijven van mensen. Een verblijfsruimte Iigt altijd in een verblijfsgebied. Een verblijfsruimte is onder andere een kamer, keuken en kantoorruimte. Hiervoor gelden de volgende minimumafmetingen: vloeroppervlakte minimaal 5 m2, breedte minimaal 1,80 m en hoogte boven het vloeroppervlak minimaal 2,60 m.

Belangrijke begrippen in Bouwbesluit 2003 en bouwkeuringen

Verblijfsgebied

Een verblijfsgebied is een besloten ruimte die bestaat uit een of meer met elkaar in verbinding staande, op dezelfde bouwlaag gelegen verkeersruimten en andere afzonderlijke ruimten anders dan een toilet- of badruimte, gemeenschappelijke verkeersruimte of technische ruimte. In een verblijfsgebied vinden activiteiten plaats die te maken hebben met de functie van het gebouw, zoals slapen, koken en eten. De oppervlakte van het verblijfsgebied is volgens de voorschriften in het Bouwbesluit 55 procent van de gebruiksoppervlakte van het gebouw met een minimum van 24 m2. Het verblijfsgebied moet een oppervlakte hebben van ten minste 5 m2 waarvan de breedte ten minste 1,80 men de hoogte minimaal 2,60 m is. Een verblijfsgebied moet vanaf de toegang van de woning bereikbaar zijn zonder dat een bad-, berg-, technische of toiIetrumte betreden hoeft te worden.

Een technische ruimte is een besloten ruimte bestemd voor de plaatsing van de voor het functioneren van een gebouw noodzakelijke apparatuur, zoals centrale verwarming, luchtbehandeling en Iiftmachineruimte. Ook een meterkast is een technische ruimte.

Gebruiksoppervlakte

De gebruiksoppervlakte is een oppervlaktemaatstaf die aangeeft welk deel van een gebouw in beginsel geschikt is voor het beoogde gebruik van het gebouw. Deze maatstaf verandert alleen als het gebouw wordt vergroot. De gebruiksoppervlakte, het juiste aantal m2, wordt bepaald volgens de NEN 2580. .

Verkeersruimte

Een verkeersruimte is de ruimte van een bouwwerk bestemd voor het bereiken van een andere, van het bouwwerk deel uitmakende, ruimte. Hieronder wordt onder andere verstaan een gang, hal of overloop.

Belangrijke begrippen in Bouwbesluit 2003 en bouwkeuringen

Bouwverordening

In 1965 verscheen de eerste uitgave van de Model Bouwverordening 1962.

De Woningwet 1962 trad in 1965 in werking. Op grond van artikel 8 van deze wet is de gemeenteraad verplicht een bouwverordening vast te stellen die met de wet in overeenstemming is. De onderwerpen zijn als volgt samen te vatten:

  • gebruik bouwwerken;
  • slopen bouwwerken;
  • overdraagbaarheid vergunningen;
  • handhaving;
  • gebruik terreinen en erven;
  • tegengaan bouwen op verontreinigde grond;
  • onbewoonbaarverklaring;
  • indienen aanvraag voor woonvergunning en (opnieuw) ingebruikneming;
  • uitvoering bouw- en sloopwerkzaamheden;
  • handhaving;
  • stilleggen bouw;
  • stedenbouwkundige voorschriften;
  • indienen aanvraag voor het verkrijgen van een sloopvergunningsamenstelling;
  • inrichting en werkwijze welslandscommissie of over de rol en functie van de rijksbouwmeester;
  • rooilijnen of plaatsing bouwwerken ten opzichte van elkaar;
  • brandveiligheidinstallaties;
  • aansluiting op nutsvoorzieningen;
  • controle door gemeente tijdens bouw.

Veel gemeenten maken bij het vaststellen van de bouwverordening gebruik van de Modelbouwverordening (MBV) van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). De Modelbouwverordening is een adviesdocument. Het dient als voorbeeld (model) waarop gemeenten hun eigen bouwverordeningen kunnen baseren, zodat landelijk een eenheid ontstaat voor deze regelgeving. De Modelbouwverordening heeft geen rechtskracht. De gemeentelijke bouwverordening die door de gemeenteraad wordt vastgesteld, heeft dat wel.

Copy right: Bouwkundige keuring Den Haag

Gebruiksfuncties en bouwkeuring

Gebruiksfuncties en bouwkeuring

De functie van een ruimte bepaalt welke bouwtechnische eisen het Bouwbesluit stelt aan de constructies en ruimte. De verschillende functies worden in het Bouwbesluit aangeduid als gebruiksfuncties. De aanvrager van een bouwvergunning geeft zelf aan welke functies de verschillende delen van het gebouw krijgen. Voorheen was het zo dat het Bouwbesluit voor elk type bouwwerk een apart hoofdstuk bevatte met alle eisen die voor dat bouwwerk golden.

Gebruiksfuncties en bouwkeuring: Bouwbesluit

Nu bevat het Bouwbesluit de eisen voor de bouwwerken, inclusief de gebruiksfuncties, per beoordelingsaspect. Met andere woorden, de architect in de woningbouw moet de eisen met betrekking tot de woonfunctie selecteren. Bij het beoordelingsaspect ‘geluidsisolatie van een gevel’ staat bijvoorbeeld per gebruiksfucnctie aangegeven welke isolatie-eisen gelden.

De bijgebouwen die bij een woning horen, zoals een garage of buitenberging, moeten voldoen aan de eisen van de niet tot de woning behorende bijgebouwen. In het Bouwbesluit zijn deze bijgebouwen omschreven als ‘bouwwerk geen gebouw zijnde’.

De aansturingstabel laat zien welke artikelen en lidnummers in het Bouwbesluit van toepassing zijn op de verschillende gebruiksfuncties.

Gebruiksfuncties en bouwkeuring: Functies:

In het Bouwbesluit 2003 zijn in totaal twaalf categorieën gebruiksfuncties geformuleerd, zowel voor bestaande bouw als nieuwbouw. Deze functies zijn:

  • woonfunctie, voor nieuwbouw te onderscheiden in woonfunctie gelegen in woongebouw,

woonfunctie van woonwagen en andere woonfunctie volgens bouwkundige keuring Hilversum;

  • bijeenkomstfunctie;
  • celfunctie;
  • gezondheidszorgfunctie;
  • industriefunctie, te onderscheiden in lichte en andere industriefunctie;
  • kantoorfunctie;
  • logiesfunctie, voor bestaande bouw te onderscheiden in logiesfunctie niet gelegen in logiesgebouw en logiesfunctie gelegen in logiesgebouw;
  • onderwijsfunctie;
  • sportfunctie;
  • winkelfunctie;
  • overige gebruiksfunctie, te onderscheiden in overige gebruiksfunctie voor het vervoer van personen, overige gebruiksfunctie voor het stallen van motorvoertuigen en andere overige gebruiksfunctie;
  • bouwwerk geen gebouw zijnde.

Per 1 januari 2006 is de energieprestatiecoëfficiënt (EPC) voor nieuw te bouwen woningen aangescherpt van 1,0 naar 0,8. Het besluit tot aanscherping van de EPC is op 27 oktober 2005 gepubliceerd in het Staatsblad. De eisen worden aangegeven met de energieprestatienormering (EPN), die in NEN-normen (Nederlandse Normen) is vastgelegd. Met de EPC moet de ontwerper van het gebouw aantonen dat het energieverbruik binnen het gebouw de normen die het Bouwbesluit stelt niet zal overschrijden. Voor industriegebouwen en de categorie overige gebouwen, zoals parkeergarages, is geen EPC-eis vastgesteld.

Copy right: Bouwkundige keuring Almere

Bouwbesluit

Verpaatsing en vervorming constructie of constructieonderdeel van een bouwwerk: voorkomen dat de bruikbaarheid van een gebouw vermindert doordat een deel ervan of het gebouw in zijn geheel te veel zakt ten opzichte van het maaiveld, daarom zijn eisen gesteld aan de maximaal toelaatbare zakking van een bouwwerk;

  • telecommunicatiesignalering om telecommunicatiesignalen, zoals radio, televisie en telefoon, te kunnen ontvangen, zijn eisen gesteld aan de aanwezigheid van niet-bedrade buizen.

Hoofdstuk 5 Voorschriften uit het oogpunt van energiezuinigheid

  • thermische isolatie: bedoeld om de beganegrondvloer, de gevels en het dak zo te isoleren, dat warmte niet naar buiten kan weglekken en kou niet naar binnen kan stromen;
  • Iuchtdoorlatendheid: bedoeld om de constructie van de beganegrondvloer, de gevels en het dak zo te dichten, dat door kieren en ventilatieopeningen geen te grote stroom Iucht gaat ontstaan, waardoor te veel koude lucht het gebouw binnenstroomt en vervolgens extra energie nodig is om de binnenlucht op temperatuur te houden.

Hoofdstuk 6 Voorschriften uit het oogpunt van milieu

• Dit hoofdstuk wordt vastgeste!d op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip

 

Bouwkundige keuring Amstelveen

Bouwbesluit

In vijf hoofdstukken (hoofdstuk 2 tot en met 6) worden de beoordelingsaspecten nader uitgewerkt in afdelingen. Hoofdstuk 2 Voorschriften uit het oogpunt van veiligheid bevat bijvoorbeeld een afdeling Algemene sterkte van de bouwconstructie.

ledere afdeling bestaat uit een aantal paragrafen (nieuwbouw — bestaand). Elke paragraaf is op dezelfde manier opgebouwd: het eerste lid geeft de functionele eis en het tweede lid koppelt de prestatie-eisen aan bepaalde gebruiksfuncties. Daarna volgen de prestatie-eisen. ledere paragraaf bestaat weer uit een aantal artikelen.

Hoofdstuk 1 van het Bouwbesluit bevat algemene bepalingen en hoofdstuk 7 overgangsen slotbepalingen.

Beoordelingsaspecten Bouwbesluit 2003

Hoofdstuk 2 Voorschriften ult het oogpunt van velligheid

  • constructieve veiligheid: voldoende sterkte en stabiliteit;
  • gebruiksveiligheid: ongevallen in gebouw zoveel mogelijk voorkomen;
  • brandveiligheid: beperken van brandgevaarlijke situaties, ontwikkeling en uitbreiding van brand en ontstaan en verspreiding van rook; gebouw veilig kunnen ontvluchten, redding bij brand en ongevallen in gebouw zoveel mogelijk voorkomen;
  • sociale veiligheid: tegengaan van onbevoegd binnendringen van kwaadwillende personen in woongebouwen.

Hoofdstuk 3 Voorschriften uit het oogpunt van gezondheid

  • schadelijke en hinderlijke invloeden: beperken van vocht- en geluidsoverlast;
  • schadelijke en hinderlijke stoffen: afvoeren van hemelwater, afvalwater en fecalien, verversen van binnenlucht in besloten ruimten, toevoeren van Iucht en afvoeren van rook ten behoeve van de verbranding van verbrandingstoestellen, toepassen van schadelijke materialen beperken en binnendringen van uit de grond afkomstige schadelijke stoffen of straling in het gebouw tegengaan;
  • schadelijk of hinderlijk gedierte: zoveel mogelijk voorkomen dat ratten en muizen in een gebouw, of in of onder de constructie van een gebouw kunnen doordringen;
  • daglicht en uitzicht: zorgen voor de toetreding van voldoende daglicht en dat de in het gebouw aanwezige personen naar buiten kunnen kijken.

Hoofdstuk 4 Voorschriften uit het oogpunt van bruikbaarheid

  • toegankelijkheid: zorgen voor toegangsmogelijkheid voor rolstoelgebruikers, en eisen aan vrije doorgang van deuren en gangen en voor rolstoelgebruikers noodzakelijke voorzieningen, zoals liften en hellingbanen;

• ruimten en opstelplaatsen: eisen aan ruimten die met apparatuur worden ingericht, zoals verblijfs-, toilet- en badruimten, buitenbergingen, Iiftschachten, wasruimten en stookruimten, en eisen aan opstelplaatsen voor stook-, kook- en warmwatertoestel en wasapparatuur enzovoort

Copyright: Bouwkundige keuring Arnhem

Bouwbesluit

Tegelijk met de herziene Woningwet 1991 trad op 1 januari 2003 ook het nieuwe Bouwbesluit 2003 in werking. Deze herziening van het Bouwbesluit 1992 maakt het geheel toegankeIijker voor de bouwpraktijk. Tegelijk met deze herziening werd ook fase 2 van het Bouwbesluit, gepubliceerd in Staatsblad 618, 1998, van kracht. In fase 2 worden de voorschriften voor niet tot bewoning bestemde gebouwen doorgevoerd. Alle wijzigingen in het Bouwbesluit 2003 die zijn aangekondigd in Staatsblad 1 van 2005 waren met ingang van 1 september 2005 van kracht.

Het Bouwbesluit is vooral bedoeld voor deskundigen zoals architecten, bouwkundigen en aannemers. Het bevat bouwtechnische voorschriften voor het bouwen en instandhouden van alle bouwwerken, zoals woningen, kantoren en winkels. In alle gevallen moeten alle bouwwerken in Nederland minimaal aan deze eisen voldoen. Omdat een woonhuis in 1915 nu eenmaal aan andere eisen moest voldoen dan een modern huis, maakt het Bouwbesluit in een aantal gevallen onderscheid in voorschriften voor nieuwbouw en bestaande bouw. De nieuwbouweisen gelden uiteraard voor alle nieuw te bouwen bouwwerken, maar ook bij verbouwingen geldt het Bouwbesluit. Dat geldt dus ook voor verbouwingen in of aan bestaande bouwwerken.

De bouwtechnische voorchriften in het Bouwbesluit zijn onderverdeeld in vijf gebieden of beoordelingsaspecten: veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu. Deze voorschriften zijn vastgelegd in de vorm van functionele en prestatie-eisen. Een functionele eis geeft het kader aan van de voorschriften (zoals een te bouwen bouwwerk heeft een of meer toiletten). Een prestatie-eis geeft een grenswaarde waaraan minimaal moet worden voldaan (zoals: een gebruiksfunctie heeft voor elke 125 m2 gebruiksoppervlakte of een gedeelte daarvan ten minste één toiletruimte).

 

Copyright: Bouwkundige keuring Zaandam

In Woningwet geregelde onderwerpen

In Woningwet geregelde onderwerpen

Voorbeelden van onderwerpen die in de Woningwet zijn geregeld, zijn:

  • mogelijkheden tot het verplichten van het verbeteren van bestaande gebouwen;
  • aansluitvoorwaarden door representatieve organisaties van openbare nutsbedrijven, van andere instellingen of van door gemeenten opgestelde voorschriften waaraan moet worden voldaan om op het leidingnet te kunnen worden aangesloten;
  • eisen waaraan het Bouwbesluit en de gemeentelijke bouwverordening moeten voldoen;
  • bouwvergunningsprocedure;
  • subsidieregeling voor de woningbouw;
  • voorschriften omtrent het verbod om in normale gevallen te bouwen of te verbouwen zonder bouwvergunning

 

Copy right: Bouwkundige keuring Zaandam

 

Woningwet

De Woningwet bevat de belangrijkste voorschriften die in Nederland gelden voor het bouwen of verbouwen van bouwwerken. Verder bevat de wet voorschriften die betrekking hebben op bestaande bouwwerken. De herziene Woningwet 1991 is per 1 oktober 1992 in werking getreden en vervolgens ruim tien jaar later opnieuw ingrijpend gewijzigd. De Iaatste wijziging heeft haar beslag gekregen op 1 januari 2006. De Woningwet geldt voor alle bouwwerken, niet alleen voor woningen, winkels en kantoren, maar ook voor schuttingen, pergola’s, zonweringen en rolluiken.

Voorschrlften Woningwet

De Woningwet bevat voorschritten met betrekking tot:

  • aanschrijving, onbewoonbaarverklaring en toezicht;
  • bouwen, staat van bestaande bouwwerken en standplaatsen, gebruik, slopen en welstand;
  • instellingen voor volkshuisvesting, zoals het overheidstoezicht op de volkshuisvesting en het gemeentelijk Bouw en woningtoezicht;
  • vergunningen, zoals de bouw- en woonvergunning en de vergunning tot hergebruik van afgekeurde bouwwerken;
  • woningbehoefte, zoals programmering, planning en verdeling, onderzoek naar woningbehoeften, en het verstrekken van geldelijke steun.

Definities Woningwet

Artikel 1 van de Woningwet bevat een aantal definities.

Rooilijn

De rooilijn is de lijn die, behoudens toegelaten afwijkingen, bij het bouwen aan de wegzijde of aan de van de weg afgekeerde zijde niet mag worden overschreden.

Gebouw

Een gebouw is elk bouwwerk dat een voor de mens toegankelijk overdekt geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

Bouwen

Bouwen is het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats.

Slopen

Slopen is het geheel of gedeeltelijk afbreken van een bouwwerk.

Niet alle voorschriften ten aanzien van het bouwen staan in de Woningwet. Een aantal voorschriften wordt uitgewerkt in Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB’s).

In hoofdstuk 2 van de Woningwet staat dat krachtens de AmvB, technische voorschriften worden gegeven omtrent het bouwen van woningen, woonwagens en andere gebouwen. Met deze technische voorschriften wordt het Bouwbesluit bedoeld. Het Bouwbesluit is zo opgesteld, dat er rekening wordt gehouden met de eisen ten aanzien van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu. Ook wordt de gemeenteraad in hoofdstuk 2 verplicht een bouwverordening op te stellen. Vermeld wordt welke onderwerpen in de bouwverordening aan de orde moeten komen, aismede voorschriften met betrekking tot welstand.

Copyright: Bouwkundige keuring Alkmaar

Vervolg gradaties artikel 19

  • Als een verklaring van geen bezwaar (v.v.g.b.) van Gedeputeerde Staten niet vereist is, beslist het College van Burgemeester en Wethouders binnen vier weken na afloop van de termijn van ter inzage ligging. Als een dergelijke verklaring wel vereist is, beslist de gemeenteraad (of in voorkomende gevallen het College van Burgemeester en Wethouders) binnen acht weken na afloop van de termijn van ter inzage ligging omtrent het aanvragen van een verklaring van geen bezwaar;
  • Als tot deze aanvraag wordt besloten, wordt deze binnen twee weken nadien met de aanvraag en de eventuele ingebrachte bedenkingen aan Gedeputeerde Staten gezonden;
  • Besluit omtrent de verklaring van geen bezwaar wordt binnen acht weken na ontvangst bekendgemaakt;
  • Gemeenteraad (of in voorkomende gevallen het College van Burgemeester en Wethouders) beslist omtrent het verlenen van vrijstelling binnen twee weken na de inwerkingtreding van het besluit van Gedeputeerde Staten.

Bestemmingsplanherziening wanneer een bouwplan niet past binnen de het geldende bestemmingsplan en de gemeente geen artikel 19-procedure kan toepassen, wordt ook wel eens gekozen voor een bestemmingsplanherziening.

  • Gesitueerd op een kavel van iedere bestemming, wordt een zogenaamde partiële (gedeeltelijke) herziening toegepast, ook wel postzegelplan genoemd. Dit minibestemmingplan verwijst veel naar het hoofdbestemmingsplan waarbinnen het valt en bevat aanvullende voorschriften om het bouwplan te kunnen realiseren.
  • Bestemmingsplanherzieningen komen meestal voort uit structuurvisies (beleid) van een gemeente of provincie op een bepaald gebied. Een bouwplan waarvoor een bestemmingsplanherziening noodzakelijk is, moet dus altijd eerst getoetst worden aan het beleid c.q. de structuurvisie. De kans dat een gemeente en ook de provincie meewerkt aan een planherziening is dus erg afhankelijk van het beleid. De herzieningsprocedure kan meerdere jaren in beslag nemen en een volledige uitleg van deze procedure is te uitgebreid om hier op te nemen.

Copyright: Bouwkundige keuring Haarlem