Eisen voor verdiepingsgebouwen
Twee bouwlagen
Voor lage kantoorgebouwen (hoogste vloer waar mensen verblijven lager dan 5 m) geldt geen eis voor de hoofddraagconstrucit; een kantoor is immers niet bestemd voor overnachting. Als de vloer de scheiding vormt tussen twee rookcompartimenten, geldt een eis van 20 minuten voor de brandwerendheid van de vloer (en uiteraard ook voor de vloerdragende kolommen en liggers). Deze eis bedraagt in de volgende drie gevallen 30 minuten:
– Als het constructiedeel een vloer of wand draagt die twee brandcompartimenten scheidt. Het bezwijken van het constructiedeel mag namelijk niet leiden tot het verloren gaan van de brandwerende scheiding.
– Als het constructiedeel een gevel of dak draagt waaraan een eis wordt gesteld in verband met brandoverslag naar een ander gebouw dat op onvoldoende afstand staat.
– Als het constructiedeel een vloer of trap draagt waarover een rookvrije vluchtroute voert of op een andere wijze bij bezwijken een rookvrijke vluchtroute onbruikbaar maakt.
In een relatief klein tweelaags kantoorgebouw is het vaak mogelijk dat er vanuit elk punt binnen de vereiste afstand naar buiten kan worden gevlucht, eventueel via noodtrappen.
In dat geval is er geen sprake van een rookvrije vluchtroute en is het hele gebouw een rookcompartiment. In het kader van ontvluchting geldt dan geen eis van 30 mi8nuten.
Drie of meer bouwlagen
De brandwerendheid van constructies of bezwijken wordt in de volgende twee gevallen verder verhoogd tot 60 minuten:
– Wanneer het constructiedeel een vloer of wand draagt die twee brandcompartimenten scheidt in een gebouw met verdiepingsvloeren waarop een verblijfsgebied ligt en dat hoger is dan 5 m (drie– en meerlaagse gebouwen).
– Wanneer het constructiedeel uitmaakt van de hoofddraagconstructie van (niet-slaap)-gebouwen met drie of meer bouwlagen (bovenste verdiepingsvloer waarop een verblijfsgebied ligt hoger dan 5 m) en de permanente vuurbelasting verwaarloosbaar is.
Wanneer de vuurbelasting niet verwaarloosbaar is en/of het gebouw een slaapgebouw is hoger dan 13 m, wordt de eis voor de hoofddraagconstructie 90 of zelfs 120 minuten.
Eisen voor hallen
Voor hallen die niet zijn bestemd voor overnachting, geldt geen eis voor de hoofddraagconstructie. Toch kan in drie gevallen een eis van 30 minuten worden gesteld:
– bij brandoverslag naar andere gebouwen;
– bij brandcompartimentering;
– in verband met ontvluchten.
Brandoverslag
Wanneer gebouwen te dicht bij elkaar staan, kan een brand van het ene naar het andere gebouw overslaan. Om dit te voorkomen, wordt een eis gesteld van 60 minuten aan de weerstand tegen branddoorlag en brandoverslag (wbdbo). Deze eis betekent in de praktijk dat hallen op voldoende afstand van elkaar moeten staan of dat gevels (en daken) een brandwerendheid van 30 minuten moeten hebben en dat de afmetingen van deuren en ramen soms moeten worden beperkt. Voor het bepalen van de veilige afstand tussen stalen hallen geeft NEN 6068 rekenregels.
De minimal veilige afstand bedraagt ongeveer 10 m. Voor lage hallen is deze afstand zelfs nog een stuk kleier. NEN 6068 geeft een methode hoe de wbdbo moet worden bepaald.
Brandcompartimentering
Het principe van compartimentering is dat de brand binnen het compartiment blijft en de scheidende constructie niet bezwijkt. Het compartiment zelf mag instorten, zoland dit maar niet leidt tot het verloren gaan van de brandwerende scheiding.
Het Bouwbesluit geeft als maximale compartimentsgrootte 1000 m2 voor hallen. Bij veel bedrijfshallen probeeert met echter compartimentering te vermijden. Het alternatief is dan bijvoorbeeld een rook- en warmteafvoerinstallatie (rwa) in het dak of een sprinklerinstallatie.
Met de publicatie Beheersbaarheid van brand van het Ministerie van Binnenlandse Zaken is het mogelijk de maximale compartimentgrootte genuanceerd te bepalen, afhankelijk van de vuurbelasting, de aanwezigheid van sprinklers en de mogelijkheid van een binnenaanval door de brandweer. Bij een verwaarloosbare vuurbelasting is er zelfs geen beperking aan de compartimentsgrootte te stellen.
Is het nietttemin noodzakelijk een hal op te delen in brandcompartimenten, dan dient de scheidingsconstructie (compartimenteringswand of brandmuur) aan een wbdbo-eis te voldoen. Deze eis is in het Bouwbesluit vastgesteld op 30 minuten. De publicatie Beheersbaarheid van brand stelt de eis voor brandcompartimenten groter dan 1000 m2 afhankelijk van de vuurbelasting op minimaal 60 minuten en deze eis kan bij opslaggebouwen oplopen tot maximaal 240 minuten.
Ontvluchten
Vanwege de veiligheid van de gebruikers kan het nodig zijn een hal (brandcompartiment) onder te verdelen in twee of meer rookcompartimenten. Dit hangt onder meer af van de grootte van het brandcompartiment en met name van de afstand van een willekeurig punt in de hal tot de uitgang van het compartiment (kleiner dan 40 m).
In het algemeen is het bij een hal eenvoudig om door plaatsing van deuren in de buitengevel te voorkomen dat een brandcompartiment moet worden opgedeeld in meerdere rookcompartimenten. Als dat zo is, wordt er geen brandwerendheidseis gesteld aan de constructie.
Copyright: Bouwkundige keuring Zaandam