Bouwbesluit

Bouwbesluit
Het Bouwbesluit, officieel getiteld ‘houdende vaststelling van voorschriften met betrekking tot het bouwen van bouwwerken uit het oogpunt van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, enerziezuinigheid en milieu’ is een Algemene Maatregel van Bestuur. De laatste versie is op 1 januari 2003 van kracht geworden en op 1 september 2005 gewijzigd. Het Bouwbesluit omvat alle bouwkundige eisen waaraan een bouwwerk in Nederland moet voldoen. Het voldoen aan deze eisen vormt een wettelijke basis voor het verkrijgen van een bouwvergunning. Het Bouwbesluit heeft uitsluitend betrekking op de publiekrechtelijke aspecten van nog te bouwen of al bestaande bouwwerken. Privaatrechtelijkse aspecten, zoals gebruikseisen ten aanzien van doorbuiging of uitvoeringsaspecten, moeten altijd tussen de betokken partijen onderling worden geregeld.
De in het Bouwbesluit geformuleerde eisen zijn ondergebracht in eisen ten aanzien van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en energiezuigheid. De eisen in deze vier categorieën hebben de volgende achtergrond:

  • veiligheid: het voorkomen of beperken van schakelijke of hinderlijke gevolgen voor gebruikers van het bouwwerk of derden;
  • gezondheid: het voorkomen of beperken van schadelijke of hinderlijke gevolgen voor gebruikers van het bouwwerk of derden;
  • bruikbaarheid: het mogelijk maken van het verrichten van de voor het bouwwerk kenmerkende activiteiten;
  • energiezuinigheid: het bijdragen aan een zuinig verbruik van energie in het bouwwerk


Het ligt in de bedoeling in de nabije toekomst een vijfde categorie eisen in het Bouwbesluit op te nemen. Deze eisen betreffen voorschriften op het gebied van milieu. Het doel van deze eisen is het voorkomen dat als gevolg van het bouwen het mileu (grond, lucht en water) te zeer onomkeerbaar wordt aangetast. Dit aspect wordt ook wel aangeduid met de term ‘duurzaam bouwen’.
Elke eis die in het Bouwbesluit is opgenomen wordt aangeduid als een prestatie-eis. Een prestatie-eis is afgeleid van functionele eisen en wordt gekwantificeerd als een minimum-eis. Voor het boordelen van de draagconstructie in een bouwwerk zijn met name de eisen met betrekking tot veiligheid en bruikbaarheid van belang.
Naast prestatie-eisen kent het Bouwbesluit zogeheten bepalingsmethoden. Met bepalingsmethoden kan direct worden aangetoond of een gebouw, ruimte of bouwdeel voldoet aan de vereist prestaties. De bepalingsmethoden liggen vast in normen (NEN), die het Nederlandse Normalisatie-instituut publiceert. Wie derhalve een bouwaanvraag indient en daarbij materialen en constructies wil toepassen waarvoor normen beschikbaar zijn, weet dus van te voren dat de bouwaanvraag niet op grond van bouw- en woontechnische eisen mag worden afgewezen.
Om toekomstige ontwikkelingen niet in de weg te staan kent het Bouwbesluit, naat het stelsel van prestatie-eisen, het gelijkwaardigheidbeginsel. Met het gelijkwaardigheidbeginsel kunnen bouwwerken, die niet zonder meer kunnen worden beoordeeld met de aangegeven bepalingsmethoden, toch worden ontwerpen en gebouwd. De aanvrager moet dan met andersoortige methoden (bijvoorbeeld experimenten) aantonen dat het bouwwerk prestaties levert zoals is beoogd met de voorgeschreven prestatie-eisen.

Een aparte status binnen het Bouwbesluit hebben de erkende kwaliteitsverklaringen. Erkend betekent in dit geval dat de kwaliteitsverklaring is opgesteld en afgegeven door een certificeringsinstelling, die door de Minister van VROM is erkend. Een kwaliteitsverklaring is in het algemeen gebonden aan een bouwproduct en bedoeld voor een bepaald toepassingsgebied. Met de kwaliteitsverklaring is impliciet aangetoond dat het bouwproduct aan de prestatie-eisen voldoet, of een gelijkwaardig kwaliteitsniveau behaalt. Hiermee is tevens aangegeven dat de kwaliteitsverklaring een relatie met prestatie-eisen en het gelijkwaardigheidbeginsel heeft.

Copyright: Bouwkundige keuring Amsterdam