Bouwbesluit

Tegelijk met de herziene Woningwet 1991 trad op 1 januari 2003 ook het nieuwe Bouwbesluit 2003 in werking. Deze herziening van het Bouwbesluit 1992 maakt het geheel toegankeIijker voor de bouwpraktijk. Tegelijk met deze herziening werd ook fase 2 van het Bouwbesluit, gepubliceerd in Staatsblad 618, 1998, van kracht. In fase 2 worden de voorschriften voor niet tot bewoning bestemde gebouwen doorgevoerd. Alle wijzigingen in het Bouwbesluit 2003 die zijn aangekondigd in Staatsblad 1 van 2005 waren met ingang van 1 september 2005 van kracht.

Het Bouwbesluit is vooral bedoeld voor deskundigen zoals architecten, bouwkundigen en aannemers. Het bevat bouwtechnische voorschriften voor het bouwen en instandhouden van alle bouwwerken, zoals woningen, kantoren en winkels. In alle gevallen moeten alle bouwwerken in Nederland minimaal aan deze eisen voldoen. Omdat een woonhuis in 1915 nu eenmaal aan andere eisen moest voldoen dan een modern huis, maakt het Bouwbesluit in een aantal gevallen onderscheid in voorschriften voor nieuwbouw en bestaande bouw. De nieuwbouweisen gelden uiteraard voor alle nieuw te bouwen bouwwerken, maar ook bij verbouwingen geldt het Bouwbesluit. Dat geldt dus ook voor verbouwingen in of aan bestaande bouwwerken.

De bouwtechnische voorchriften in het Bouwbesluit zijn onderverdeeld in vijf gebieden of beoordelingsaspecten: veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu. Deze voorschriften zijn vastgelegd in de vorm van functionele en prestatie-eisen. Een functionele eis geeft het kader aan van de voorschriften (zoals een te bouwen bouwwerk heeft een of meer toiletten). Een prestatie-eis geeft een grenswaarde waaraan minimaal moet worden voldaan (zoals: een gebruiksfunctie heeft voor elke 125 m2 gebruiksoppervlakte of een gedeelte daarvan ten minste één toiletruimte).

 

Copyright: Bouwkundige keuring Zaandam